Engelandreis 5 – Hopeloos dwalen tussen heggen en hagen

Moortown (bij Tavistock) – Tintagel, 89 km

Normaal gesproken is het natuurlijk absoluut oninteressant om over je ochtendroutine te schrijven, maar nu maak ik toch een uitzondering: we nemen namelijk allebei een heerlijke en uitgebreide douche in een heuse comfortabele badkamer met douche, wastafel en wc  – die je na gebruik wel geacht wordt droog te wissen, zowel muren als vloer, dat is dan toch een beetje jammer. Althans, vloer vind ik vanzelfsprekend, maar wanden…

In Tavistock parkeren we op de eerste grote parkeerplaats die we tegenkomen, Bedford Car Park. Het is niet duidelijk of er aparte plekken voor motorhomes zijn, dus proppen we de camper in een gewone parkeerplaats, voor een dagtarief van 2 pond. Het wordt steeds drukker, en later hebben we geluk: de auto naast ons vertrekt terwijl wij nog een kopje koffie drinken, zodat we de draai kunnen maken en ook weg kunnen rijden. Anders was het toch wat problematisch geworden want de parking is groot, maar krap. Latere research leert ons dat de Wharf Car Park beter geschikt is voor campers. Dezelfde ingang aan de Canal Road, maar dan niet linksaf Bedford op, maar ietsje door en rechtsaf naar Wharf.

Of het iedere dag zo is weten we natuurlijk niet, maar deze ochtend wandelen er talloze frisse oude dames rond in Tavistock, al dan niet met rollator. Echt opvallend. We zoeken een ATM om onze cash aan te vullen; de eerste pinautomaat, van een regionale bank, geeft nul op het rekest, maar de tweede is wat internationaler georiënteerd en doet het gelukkig gewoon. We slenteren wat door de straatjes met de donkergrijs granieten gebouwen, struinen door winkeltjes, bezoeken uitgebreid de overdekte markt (pannier market) en kopen bij een bakkertje onze eerste Cornish pasty voor bij de lunch.

Ten zuidwesten van Tavistock ligt het landgoed Cotehele. De National Trust gids zegt: “ignore sat. nav., follow brown signs”, en de NKC-reisbeschrijving waarschuwt dat “de wegen ernaartoe wel smal zijn”, maar wij zijn eigenwijs, en denken dat we die witte weggetjes wel kunnen trotseren. Ergens missen we blijkbaar een brown sign, want we dwalen hopeloos rond tussen heggen en wallen. We vragen de weg aan een tegemoetkomende bus, en de chauffeur stelt ons gerust: als hij het kan, kunnen wij het ook. Volgens mij zijn de bussen in deze regio onzichtbaar smal, ze passen overal tussendoor. Of ze kunnen zich kleiner maken ofzo. Harry Potter komt niet voor niets uit Engeland, ze doen hier iets met formaten: van buiten klein, van binnen groot, zoiets. Maar goed, op een kruising van wegen, met heggen twee keer zo hoog als onze camper, vragen we nogmaals de weg, aan een oudere wandelende heer dit keer. Die wijst hij ons en hij maakt meteen van de gelegenheid gebruik om een praatje te maken. Wat ons reisdoel vandaag is. “Tintagel”, zegt Martijn. En excuus voor de verkeerde uitspraak. O, dat geeft niks, antwoordt de heer, moet je eens horen hoe sommige mensen daar in Cornwall spreken. Ha, dat is toch geestig.

Uiteindelijk bereiken we toch heelhuids Cotehele, nadat een stuk of wat tegenliggers welgemoed tientallen meters voor ons achteruit gereden zijn. Ach ja, het lukt allemaal wel, maar relaxed is anders, en we besluiten de wegen voortaan nog scherper te selecteren.

Het moge duidelijk zijn: wij vinden Cotehele géén aanrader voor camperaars. Het is natuurlijk mooi en oud (middeleeuws zelfs) en verantwoord, weer zo’n National Trust landhuis met in elke kamer een vrijwilliger die graag van alles uitlegt. Maar het is niet uniek in zijn soort, alleen als je bijzonder veel van tapestry (wandkleden) houdt, is het misschien wel een echte place to go. In de tuin bevinden zich een enorme duiventil en een visvijver: altijd verse eieren, gevogelte en vis dus voor de bewoners van lang geleden. Vooral handig in de winter, staat ergens op een bord. Dat is dan wel weer apart als je je voor de geest haalt dat de een of andere bediende aan de binnenkant zo’n toren in moet klimmen op een soort draaiende houten stellage om een paar duiven te grijpen. Of dat hij ’s ochtends vroeg op visvangst wordt gestuurd. Dus ondanks onze queeste over en door die @#$%weggetjes is het bezoek toch de moeite waard geweest: we hebben nieuwe dingen gezien en geleerd, en daar gaat het om.

Onze boodschappen uit Frankrijk raken op en in Launceston vullen we onze voorraden aan bij een Tesco supermarkt.

Morgen willen we naar Tintagel Castle, dus zoeken we in Tintagel een overnachtingsplek op loopafstand. Er zijn parkeerplaatsen in het dorp waar je met de camper mag overnachten, maar we hebben behoefte aan een plekje in het groen dus volgen we de gids van Mike Bisschops, met een aantrekkelijke foto van het Headland Caravanpark. Hm, zijn beschrijving van de camping klopt aardig (er is inmiddels wél wifi, voor de rest is zijn info correct), maar zo’n dromerig plekje als hij weten wij niet te bemachtigen.

Ons pre-dinner wandelingetje voert ons naar hotel Camelot Castle – het hele dorp is hier into King Arthur, dat blijkt maar weer. Het intrigerende gebouw staat op een spectaculaire plek hoog boven zee, met schitterend uitzicht op Tintagel Castle. We glippen even naar binnen, alleen om te kijken. Van buiten denk je dat het kitsch is, en dat is misschien ook wel zo, maar dan wel geweldig vrolijke kitsch. Het hotel is aan het eind van de negentiende eeuw gebouwd, met binnen veel houtsnijwerk, draperieën en open haarden. Er hangen foto’s van de eigenaar met beroemde artiesten en alles ademt een soort opgewekte activiteit. Er is zelfs sprake van een eigen tv-zender. Het ziet er allemaal vrij exclusief uit, maar ze richten zich ook nadrukkelijk op gezinnen en honden, dus dat maakt het weer toegankelijker.

Voorzieningen Headland Caravanpark

Wij staan helemaal heuvelafwaarts, vlakbij een klein sanitairgebouw met wc’s, afwasbakken en een plek om de wc-cassette te legen en spoelen. Rechts van het gebouwtje is een putje om het grijze water te lozen, maar dat is een beetje verscholen in de bodem. De douches zijn gesitueerd in een gebouw naast de receptie, een eindje lopen dus, en kosten 20 pence per 5 minuten. Er is gratis wifi, in de buurt van de receptie vrij krachtig, maar verder het terrein op wordt het minder. De camping is vrij sober, maar de ligging aan de rand van het plaatsje is ideaal. Wij betaalden 18 pond.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *