Engelandreis 15 – Vrolijk meubilair uit de twaalfde eeuw

Odiham – Martin Mill (bij Dover) 207 km

Gekke plek daar in Odiham, maar wel mooi uitzicht. De fazanten lopen tussen de schapen te grazen (grazen fazanten? Tja, deze wel in ieder geval.) Er vliegen wat legerhelikopters te oefenen van het RAF vliegveld dat op een steenworp afstand ligt. We besluiten tijdens de koffie dat we vanavond naar een camping willen. Dan hoeft Martijn vanochtend niet meer die rare capriolen uit te halen om de wc te legen (dat ik dat zou kunnen doen komt niet eens bij ons op, haha) en kunnen we weer eens haren wassen – want dat kan niet in het camperdouchje. Martijn belt met camping Hawthorn Farm vlakbij Dover, waar de NKC-groepsreis ook naartoe gaat, en krijgt de toegangscode van de slagboom, voor het geval we later dan 17.30 uur arriveren. We kunnen een plekje zoeken en de volgende ochtend betalen. Aardig!

Als we vertrekken meten we het hobbelige betonnen toegangsweggetje op: het is 1.1 km tot aan de openbare weg en in totaal 3,5 km tot aan het centrum van Odiham, met een gezellige hoofdstraat met winkeltjes en horeca. Dat Mary gisteren vrolijk suggereerde om nog even naar het dorp te gaan om een hapje te eten (wat wij een bizar voorstel vonden en beleefd en vaag glimlachend hebben genegeerd) is niet zo vergezocht als je, zoals zij, de beschikking hebt over een AWD Subaru Outback. Met de fiets zou het ook wel kunnen, de heuvels zijn niet steil, alleen moet je dan wel voor donker terug zijn vanwege de afwezige straatverlichting.

Het is een vrij saaie rit vandaag, gewoon zo snel mogelijk richting Dover over zo veel mogelijk snelweg. We komen in de middag aan bij Dover Castle: toch nog een hopelijk leuke bezienswaardigheid deze dag. We hebben ons niet voorbereid, en de korte uitleg in de Dominicusgids belooft vooral enige geschiedenis. Met een vage notie van een Normandisch kasteel, donjon en een achthoekige Romeinse vuurtoren, rijden we de weg naar boven. Het is dan ook een heel plezierige verrassing dat het een geweldig interessant en goed verzorgd complex is. English Heritage doet zijn best. We moeten parkeren in een soort alkoof van de ‘Officers’ New Barracks’, want daar passen campers zo mooi in.

We zijn in totaal zo’n drie uur zoet, en hebben dan nog niet eens alles gezien, wat wel jammer is. We volgen een rondleiding van 20 minuten in The Underground Hospital Annexe, een ziekenhuis tijdens WO II, met een gids die die zijn praatje ietwat afraffelt en ons verbiedt te fotograferen, maar wel met leuke licht- en geluidseffecten. Je denkt een heel oud kasteel te betreden, maar Dover ligt natuurlijk door de eeuwen heen op een strategische plek, dus je kunt sporen van bijna duizend jaar al dan niet militaire geschiedenis bekijken, en dan zelfs ook nog Romeinse sporen. Waar we geen tijd meer voor hebben is de multimediale tentoonstelling in de secret wartime tunnels over ‘Operation Dynamo’, de reddingsactie in 1940 om meer dan 300.000 Engelse manschappen te evacueren uit Duinkerken na de overwinning van de Duitsers. Nu móeten we wel nog een keer terug.

Waar we wel van genieten is Henry II’s Great Tower. Bovenop heb je prachtig uitzicht en de leefruimtes zijn ingericht met replica meubels, waardoor je ziet dat de meubels in de 12e eeuw niet grauw en saai waren, maar vrolijk en kleurig. Ook de deuren zijn fris geverfd en de wandkleden hebben felle en heldere kleuren.

We arriveren na half zes op de camping bij Martin Mill en zijn erg blij met de toegangscode. We zetten de camper op een groene plek en amuseren ons met spelende konijntjes die pas weghuppelen als je heel dichtbij komt. Het sanitair is verrassend. De buitenkant van het gebouwtje is nogal sjofel, maar eenmaal binnen worden al je senses gefilld: de kachel brandt, de natuursteen glimt je tegemoet, de radio speelt en het ruikt naar frisse douchegel. Niet verkeerd! En hoera, er hangt een föhn, voor morgen.

Na het eten maken we een wandelingetje richting station, op zo’n 500 meter vanaf de camping. Martijn heeft iets met treinen, en omdat ik altijd profiteer van het feit dat hij binnen vijf minuten doorheeft hoe het openbaar vervoer werkt, in welke stad of land we ook zijn, ben ik loyaal als hij kleine stationnetjes wil bekijken. Er komt een trein langs, en het verlaten stationsgebouw blijkt toch niet verlaten te zijn. Er komt een spoorwegbeambte naar buiten die het blijkbaar reuzeleuk vindt dat we puur uit interesse (nou vooral die van Martijn dan) op zijn stationnetje een beetje staan te koekeloeren. Hij vertelt alles over de bereikbaarheid van Londen, en welk station je voor welke bezienswaardigheid daar moet hebben, en dat het centrum van Londen echt niet zo gek groot is en dat je eigenlijk alles wel kan lopen. Het werkt, ik krijg gewoon een soort drang een keer een trip naar Londen te maken om de stad eens goed te ervaren.

Voorzieningen Camping Hawthorn Farm in Martin Mill, vlakbij Dover

De camping heeft mooie groene plekken, en ook iets duurdere verharde pitches voor zware campers. Het sanitair is heel goed. De camperserviceplek is vlak voor de uitgang. Er is een verharde parkeerplaats voor camperlaatkomers die een dichte slagboom treffen. Wij betaalden de volgende ochtend 23,50 euro.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *