Grand Tour 007: in het hol van Blofeld

De locatie in Zwitserland die het allermeest James Bond ademt moet toch wel Piz Gloria zijn, het draairestaurant op de Schilthorn (2970 m) in Berner Oberland. Vanuit Lauterbrunnen is het op de kaart hemelsbreed nog geen zes kilometer, maar ja, Alpen hè. We beginnen met de kabelbaan van Lauterbrunnen naar Grütschalp, nemen vervolgens de trein naar Mürren, stukje lopen, dan de kabelbaan naar Birg, en daar stappen we over op de kabelbaan naar de Schilthorn. Reuze omslachtig en werkelijk fantastisch leuk. En het duurt ongeveer anderhalf uur. (Zes kilometer! Maar oké, het hoogteverschil is dan ook wel 2168 meter.)

In Mürren treffen we gids Simona van de Schilthorn Bahnen, met wie we Piz Gloria bezoeken. Ze is heel sportief, loopt marathons in de bergen, en draagt onbekommerd een rokje met blote benen, terwijl wij gekozen hebben voor verstandige schoenen, lange broek en laagjesoutfit. We zullen zien wie gelijk heeft.

De investeerders in de Schilthornbaan waren in de jaren zestig zeer content met de belangstelling van de Bond-locatiescouts die voor On Her Majesty’s Secret Service hun oog lieten vallen op de Schilthorn, vertelt Simona in de kabelbaan onderweg naar boven. Ze zaten namelijk op een dood punt qua financiering: de baan was niet af, en met het gebouw op de top wilde het ook niet vlotten. En toen kwam Bond, James Bond. In ruil voor een dikke vinger in de pap bij de bouw en een langdurig totale afzondering van de locatie wilde de filmmaatschappij wel een financieel handje helpen. De cabines werden oranje (dat vonden de Zwitsers echt heel lelijk, maar alla) en het restaurant kreeg er een helikopterplatform bij. De naam Piz Gloria is voor de film bedacht.

Sinds een jaar of twee heeft de Schilthornbaan een nieuwe directeur die een frisse Bondwind door het bedrijf laat waaien. Was vroeger in de kelder van het restaurant een filmzaaltje waar enkele fragmenten uit de film werden vertoond, tegenwoordig wordt het Bondthema totaal uitgebaat, tot en met de wc’s aan toe waar via de handenwasspiegel opeens het George Lazenby-hoofd tegen je begint te praten. Brrr.

We starten (na die wc dan) onze beleving in de Bond World, een interactieve tentoonstelling over deze zesde Bondfilm, On Her Majesty’s Secret Service (1969), met George Lazenby als James Bond. Deze George was een beetje een vreemde eend in de bijt. Als Australiër met vet accent en vrolijke zestiger jaren hippiementaliteit (en uiterlijk) was hij niet de meest voor de hand liggende opvolger van Sean Connery. Zeker omdat hij als model misschien wel de looks had, maar als autoverkoper totaal geen acteerervaring. Het kostte hem dan ook vrij veel moeite om toegelaten te worden tot een auditie, maar na een kappers- en kleermakersbezoek wist hij toch gecast te worden. Hij nam spraaklessen, looplessen, en vroeg tegenspeler Telly Savalas (boef Blofeld) om hulp – die overigens vond dat hij een natuurtalent was en hem zijn eigen boontjes liet doppen.

Waarom hij maar in één Bondfilm meespeelde? Dat vertelt hij zelf als oude man in een filmpje dat je in de Bond World kunt aanklikken. Hij was een ‘make love, not war’ type, en dacht dat de Bondfilms hun langste tijd wel gehad hadden. Geen idee had hij, dat de film waarin hij meespeelde, zo’n succes zou worden. Dus toen hij een aanbod kreeg voor nog meer films, heeft hij dat afgeslagen… Terugkijkend zegt hij dat hij een arrogante eigenwijze opdonder was, en dat hij zijn verdiende loon heeft gekregen – min of meer in de vergetelheid raken was dat.

Het is leuk gedaan, die Bond World, en ook wel slim dat je ook bij slecht weer hier veel te doen hebt – want helaas, we zitten vandaag behoorlijk in de wolken, dus het weergaloze uitzicht op de Eiger (3970 m), Mönch (4099 m) en Jungfrau (4158 m) moeten we er zelf bij denken. We bekijken nog een filmpje van de Zwitserse stuntman/skiër Stefan Zürcher (hé, die zien we morgen) en dan vertelt Simona fluisterend tijdens de filmfragmenten in de bioscoopzaal dat haar vader een van de oranje skiërs is – maar welke weet ze niet. Het hele dorp Mürren was betrokken bij de totstandkoming van de film. Niet alleen leverde het figuranten en stuntmannen, i.e. de lokale skileraren, maar ook bood het gul gastvrijheid aan de filmcrew. Dat staat trouwens ook ergens te lezen: het enorme drankgebruik was wel een beetje een probleem. Om vier uur ’s middags was het filmen wel klaar, en dan ging iedereen vrolijk feestvieren beneden in het dorp. Een van de stunts is zo ontstaan: een dronken Zwitser beweerde dat hij wel skiënd in een boom kon vliegen. Hij werd hartelijk uitgelachen, maar de volgende dag maakte hij zijn grootspraak waar en skiede van bovenaf een grote den in. Gelukkig stond het er in één shot op.

Samen met Simona lunchen we in het draairestaurant. Op de Stanserhorn draaide het middenplateau, maar hier draait juist de buitenste ring in drie kwartier een heel rondje. De zon en het uitzicht piepen af en toe tussen de wolken door en dat is magnifiek. Hier wordt Martijn trouwens niet zeeziek, de beweging is blijkbaar natuurlijker. Om in de sfeer te blijven neem ik op aandringen van Simona de 007-burger, maar dan wel de groentevariant, en met een bakje sla van het saladebuffet, toch nog een beetje gezond.

We bezoeken buiten nog het uitzichtplatform en de 007 Walk of Fame, waar een aantal acteurs en medewerkers van de film geëerd worden met een foto, eigen testimonial en een hand- en vuistafdruk. En hé, daar is Stefan Zürcher weer, morgen meer!

Op weg naar beneden maken we in kabelbaanstation Birg een tussenstop om de Thrill Walk te lopen. Sinds ruim een maand kun je hier op een soort boardwalk boven diepe afgronden een veilig maar doodeng parcours afleggen. Door de mist is het minder thrillerig dan we hoopten, maar de bedoeling is duidelijk. Hier zie ik trouwens kippenvel bij Simona, wij hadden dus gelijk, qua kleding. Maar dit terzijde.

Vanaf Birg gaan we weer terug naar Mürren met de kabelbaan, maar vandaar gaan we niet richting Lauterbrunnen zoals we gekomen zijn, maar door met een kabelbaan naar Gimmelwald. Dat is een middenstation van de kabelbaan, waar twee cabines elkaar met een knik ontmoeten, maar wel aan dezelfde kabel zitten. Dat is energiezuinig. Maar lastig uit te leggen. We stappen over in de andere cabine en dalen af naar Stechelberg, waar we afscheid nemen van Simona die ons achterlaat in de handen van André, onze gids van Jungfrau Tourismus.

We rijden met de bus naar de Trümmelbachwatervallen. Bij het Duitse woord Bach denk ik aan een beek (afgezien van de componist dan), maar wat hier naar beneden komt is wel zo superspectaculair, echt bizar. De watervallen bevinden zich min of meer binnenin de berg en zijn ontsloten via paden, trappen, tunnels en zowaar een lift. Hier wordt tot 20.000 liter water per seconde met donderend geraas verwerkt en hier en daar zelfs feeëriek verlicht. Het is het smeltwater van de gletsjers van de Eiger, Mönch en Jungfrau. André vertelt dat vooral Arabische toeristen uit woestijnlanden hier niet zijn weg te slaan, omdat ze water in deze hoeveelheid en hoedanigheid absoluut fascinerend vinden. Zwitsers zien deze toeristen overigens graag komen, alleen is het wel een beetje lastig dat ze niet van wandelen houden. Vooral in autovrije dorpen moeten oplossingen gezocht worden zoals bijvoorbeeld met golfkarretjes.

De bus richting onze camping is net weg, dus we besluiten terug te lopen, het is nog geen drie kwartier over een mooi pad door het prachtige Lauterbrunnendal. Onderweg kletsen we met André. Nog wat weetjes: alle AI-nummerborden (AI = kanton Appenzell Innerrhoden) onder de 10.000 zijn van Appenzellers, daarboven zijn het huurauto’s. En André’s broer beheert hotel Grimselblick op de Grimselpas, waar ook de camperplek is die we gisteren hebben bekeken.

We dineren vanavond in restaurant Weidstübli op de eigen camping. Overal lampensnoeren en brandende kaarsjes, heel knus. Het is goed voor te stellen hoe het er hier in de winter uitziet, want dan is het hier ook vrij druk met wintergasten (vandaar de vloerverwarming in de douches, mmm, en de droogkamer voor schoenen en handdoeken). Bij de Kaffee en muntthee komen Hans en Ruth Fuchs, de eigenaren van de camping, nog even bij ons zitten. Ruth lijkt een wat introverte vrouw, maar alles wat ze zachtjes zegt is interessant. Het waren haar ouders die indertijd zijn begonnen met een kleine boerencamping naast de stallen. Inmiddels is het hier heel groot en professioneel. En het was hun Sint-Bernard Barry die James Bond uit een lawine vist. “Dat was een familie-uitje. We gingen met zijn allen naar boven voor die opname.” Hoewel ze een jaar of zeven was, heeft ze nog veel herinneringen aan de Bond-periode. Hoe er een bobbaan speciaal voor de film werd gebouwd, en hoe er opeens een grote ijsbaan was, kijk, daarachter. En hoe vinden we het dal? Dit is een U-dal, uitgesleten door een gletsjer, in tegenstelling tot een V-dal, uitgesleten door een rivier. Lief en schattig haalt ze me over nog een drankje aan te nemen, niet sterk, een likeurtje. En dan komt ze met twee cognacglazen met een keelbrandende schnaps aan, niet te geloven. Ik kan een halve op, jammer van de rest.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *