Van De Bilt naar Chicago: How great is America really?

Zijn vooroordelen om bevestigd te worden of juist ontkracht? Dat Amerikanen allemaal dik zijn bijvoorbeeld – nou, daar zit wat in. De stewardessen tijdens onze vlucht van Amsterdam naar Philadelphia zijn stuk voor stuk tien tot twintig kilo te zwaar. Toch lastig werken, in zo’n krap vliegtuig. Maar het grondpersoneel op het vliegveld in Philadelphia, zowel douanebeambten als beveiligers, is uiterst vriendelijk. En dat hadden we niet verwacht, na allerlei horrorverhalen over machtsbeluste uniformen die er genoegen in scheppen onzekere en vermoeide reizigers te pesten en vernederen. Het duurt allemaal eindeloos, de vingerafdrukken, foto’s, het beagletje dat aan Martijns tas ruikt dat hij er een broodje omelet in heeft vervoerd (American Airlines voorziet niet in zoutarm eten, dus hij had zijn eigen lunchpakketje mee), maar de beambten zijn correct en soms zelfs ronduit aardig. Zo wordt Martijn tijdens het fouilleren gemaand om toch vooral meer porc te eten, omdat zijn broek afzakt nadat hij zijn riem heeft afgedaan.

Tijdens de vlucht van Philadelphia naar Chicago raak ik aan de praat met mijn buurvrouw die terugkeert van een bezoekje aan haar dochter. Of we nog bepaalde dingen willen eten in Amerika, vraagt Denise. Pecan pie, zeg ik. En hot dogs? Wil ze weten. Maar of die echt bijzonder zijn betwijfelt ze toch. En pizza? Maar ik ken natuurlijk de Italiaanse al, als Europeaan, zegt ze er meteen achteraan. Ik probeer in ieder geval vast mijn eerste glas Dr. Pepper van de steward. Best lekker, doet me denken aan bitterkoekjes. Martijn vindt het ronduit vies en Denise moet lachen: zij moet er ook niets van hebben. Maar in het kader van nieuwe dingen proeven komen we tot een consensus: overal in Amerika wordt wijn gemaakt. We moeten beslist een winery bezoeken!

Chicago O’Hare Airport is huge, echt groot. We volgen domweg de borden en hebben geen idee hoe alles in elkaar zit. De koffers draaien al hun rondjes op de bagageband als we er arriveren en op naar de volgende signs: die van de shuttle bus area. Gangen, liften, gangen, en het werkt, we arriveren op een soort perron waar hotelbusje af en aan rijden. Onze Best Western O’Hare staat er niet bij, en Martijn belt even met het hotel. Hij komt zo, belooft de receptioniste, Door 2 moeten we hebben, en ze heeft gelijk. Met nog een andere hotelgast rijden we in een minuut of tien naar het hotel.

In kamer 200 hebben de mensen van camperverhuurder Road Bear hun kantoor ingericht. We ondertekenen het huurcontract, betalen de extra liability verzekering (persoonlijke aansprakelijkheid, van 25.000 naar een miljoen dollar, je weet nooit, in sue-land Amerika) en krijgen nog praktische informatie van een Nederlandse medewerkster. Gelukkig ook op papier, want zo langzamerhand zijn we best moe, het is op mijn horloge drie uur ’s nachts.

Ondanks de hevig timmerende man met de hamer willen we toch even een kijkje nemen in Shoeless Joe’s, een restaurant pal naast het hotel, dat er op zijn website veelbelovend uitziet. We zijn niet teleurgesteld, een heel aparte tent. Overal televisies met sport (maar dan ook echt overal, tientallen), serveersters in seksistische hotpants, en 32 bieren van de tap. Maar de muziek is rustig, de klanten ook en serveerster Kendra allerliefst. Een lokale ale en groot bord sla verder rollen we dan eindelijk in bed, vier uur in de ochtend onze tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *