Flagstaff – Grand Canyon: De kloof is Echt Groot

Het heeft vannacht gesneeuwd! En de kraan van de camping is bevroren, dus we kunnen onze slang niet opnieuw aansluiten. Dat wordt douchen in het sanitairgebouw, dat gelukkig is verwarmd. Het is rond het vriespunt, niet zo ijzig koud, en betrouwbare bronnen op internet voorzien ook geen problemen, dus we besluiten het er maar op te wagen en koers te zetten richting Grand Canyon National Park.

We nemen niet de rechtstreekse scenic route, maar rijden ietsje om over de vertrouwde I-40, lijkt een veiliger keuze omdat het opnieuw is gaan sneeuwen. We houden ons hart vast, want door de mist, hagel en sneeuw zien we af en toe geen hand voor ogen, hoe moet dat straks bij de Grand Canyon?

De toegang tot het park bedraagt 30 dollar. De ranger in het kassahuisje vertelt ons hoe we moeten rijden naar Mather Campground, onze camping, en overhandigt een praktische plattegrond, die we de hele middag intensief zullen gebruiken. We arriveren er iets te vroeg, we kunnen pas om 12.00 uur terecht op onze gereserveerde plaats, maar dat geeft ons de gelegenheid om de schoonwatertank tot de nok te vullen. We kunnen hier niet hook-uppen (aansluiten op waterleiding en riool) en hoe voller de tank, hoe minder risico op bevriezing.

Grand Canyon National Park is erg groot, wij bezoeken maar een stukje ervan, de South Rim. Het is een soort afgebakend gebied op een hoogte van 2125 m met een netwerk van gratis shuttlebussen, die vier lijndiensten onderhouden: rood, paars, blauw en oranje. Het gekregen plattegrondje is duidelijk, en de chauffeurs leggen alles tijdens de rit ook nog eens uit, zodat je het systeem vrij snel in de vingers hebt. Het is heel relaxed om je te laten vervoeren. De bussen rijden frequent, dus je kunt overal in- en uitstappen zonder lang te hoeven wachten.

Er zijn hier allerlei voorzieningen, niet alleen accommodatie, maar ook een supermarktje, een bank, postkantoor, garage, medische post en natuurlijk toeristische zaken als bezoekerscentra, musea, restaurants en overal en nergens wc’s (restrooms heten die in Amerika eufemistisch).

We starten bij het grote Visitor Center en lopen over een prachtig geasfalteerd pad van het ene naar het andere uitzichtpunt. Nou ja, uitzicht… we hebben pech, er is weinig te zien. Maar de vegetatie is hier ook bijzonder, probeer ik de moed erin te houden. Martijn vindt het belachelijk dat ik bomen ga fotograferen en hem op mooie cactussen wijs.

We bekijken de trein die hier een keer per dag vanuit Williams in the South Rim arriveert (en vertrekt). Hij heeft mooie uitzichtwagens en zelfs entertainment aan boord. Martijn maakt een praatje met twee conducteurs en hoort dat er vandaag zeshonderd passagiers zijn, maar op drukke dagen wel duizend. De treindienst was ooit gestaakt, maar is nieuw leven ingeblazen door een hoteleigenaar, die hiermee een goede zet maakte, want het is een succes en de hele onderneming is behoorlijk winstgevend. Bovendien wordt het wegverkeer ontlast, dus iedereen blij.

Het blijft koud, het gaat weer sneeuwen en bibberend (ondanks onze verstandige honderdlaagjeskleding) kopen we in het souvenirwinkeltje van het El Tovarhotel allebei dezelfde muts, een groene en een grijze. Als we als Jut en Jul weer buitenkomen is er een wonder geschied: de mist is opgetrokken en het wordt allengs steeds helderder. Nu ervaren we pas de enorme omvang van dit natuurgeweld. Dit is buitenaards, niet menselijk. Het is zo GROOT, zo diep, zo uitgestrekt. En dan al die verharde paadjes en hekken en muurtjes. Geweldig, dat contrast.

We lopen nog wat langs de rand van de immense kloof en genieten beurtelings van het uitzicht en de gebouwen die hier door Mary Colter (die leuke architect uit Winslow) zijn ontworpen. Haar ontwerpen zijn zo organisch, dat je soms niet ziet waar de berg ophoudt en het gebouw begint. Zulke architecten zouden er meer moeten zijn, alles wat ze bedenkt, klopt gewoon.

Als we in de bus terug naar de camping zitten (blue line), meldt busdriver Heidi dat de tocht naar Hermits Rest toch echt een must is, de scenery is zo prachtig, die mag je niet missen. We kijken elkaar aan, rapen onszelf bij elkaar en stappen over op de red line. Het is inderdaad een mooie tocht met steeds wisselende vergezichten en zelfs uit de kluiten gewassen herten op de weg, en het gebouwtje aan het eind, Hermits Rest dus, is weer zo’n niet te fotograferen Mary Colter bouwsel. Van buiten zie je weinig en van binnen is het heel ruim. De zonsondergang wordt door alle buschauffeurs erg aangeprezen, maar aangezien de wolken toch weer de overhand krijgen pakken we nu echt lijn blauw.

Op de camping branden overal kampvuurtjes van tentkampeerders Maar wij trekken ons terug in onze camper met gaskachel. Lekker warm binnen zitten en koken op een gasfornuis met ingrediënten uit de koelkast. We hebben alleen geen telefonisch bereik, laat staan internet. Dus wereld, ik hoop dat alles goed gaat.

Gereden: 91 mijl, ca. 146 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *