Met de camper in de voortuin van tante Els

Voorafgaand aan onze perstrip naar Zweden maken we een kleine omweg via Leeuwarden, waar we tante Els opzoeken. Tante Els is een noemtante van Martijn, een goede vriendin van zijn (drie jaar geleden) overleden moeder. Ze is bijna 96, een kwieke en intelligente dame, die onverstoorbaar de regie houdt over haar eigen leven. We parkeren de camper bij haar in de voortuin en gaan uit eten in een van haar favoriete restaurants.

Tante Els kan terugkijken op een lange lange politieke carrière, en nog steeds bemoeit ze zich van een afstandje met zaken die haar aan het hart gaan. Ze steunt een stichtinkje hier, schrijft een ingezonden briefje daar, nodigt mensen uit voor een dinertje zodat ze prominente persoonlijkheden aan elkaar kan koppelen, en weet zo zachtjes aan nog steeds dingen voor elkaar te krijgen. Het is een gezellige en geanimeerde avond, en een van haar anekdotes werkt erg op de lachspieren: we komen te praten over paleis Soestdijk – daar is ze een aantal keer geweest. De eerste keer was een ontvangst bij koningin Juliana en prins Bernhard, met de regering waar ze indertijd deel van uitmaakte. Ze werden gefêteerd in een van de grote feestzalen, en de sfeer zat er goed in. Op een gegeven moment vroeg prins Bernhard of zijn gasten niet de bloemen wilden bekijken. Bloemen? Ja, hij had zulke mooie bloemen gekregen, kijk, ze staan op de gang. Met het voltallige kabinet in zijn kielzog liep hij naar de gang, waar inderdaad wat aardige bloemstukken stonden. Oké, mooie bloemen. Maar toen de bewindslieden met hun drankjes weer terug wilden de zaal in, was de deur op slot, en was Bernhard in geen velden of wegen te bekennen. Hij was het gewoon zat geweest! Ze is nog verontwaardigd. “Hij had gewoon een afsluitend dankwoordje moeten spreken en dan was iedereen weg gegaan. Dit is toch niet netjes.”

Vandaag gereden: 165 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *