Compact living uit armoede geboren

In 2012 verhuisde het allereerste Ikeawarenhuis, in Älmhult, naar een nieuwe locatie aan de rand van de stad. Een mooie gelegenheid voor het Ikeamuseum om zich in het oude pand met al zijn geschiedenis te vestigen. We sluiten ons aan bij de Engelstalige rondleiding van gids Isak, en krijgen een prachtig blauw-geel gekleurd verhaal te horen. Maar hé, we zijn hier niet om kritisch te wezen!

Oprichter Ingvar Kamprad is in 1926 geboren en groeide op in betrekkelijke armoede: er was weinig geld, maar omdat zijn ouders een boerderij bestierden was er wel altijd eten op tafel. Een familielid pleegde zelfmoord toen de bank hem een lening weigerde, en Ingvar nam zich op dat moment voor te zorgen dat hij altijd over voldoende geld zou beschikken. Als kleuter handelde hij in luciferdoosjes en ansichtkaarten en op zijn zeventiende richtte hij zijn eigen bedrijfje op, dat hij de naam Ikea gaf.

Ingvar omringde zich met medewerkers die andere capaciteiten hadden dan hij: iedereen doet waar hij goed in is, en zo groeide zijn bedrijf naar 190.000 medewerkers.

Zweden was in het begin van de twintigste eeuw een van de armste landen van Europa, de mensen leefden er in erbarmelijke omstandigheden: onhygiënisch en dicht op elkaar. De huizen waren klein, en meubels hadden vaak meer dan één functie. Ingvar werd daardoor van oudsher al geïnspireerd door compact living.

Zweden startte in de dertiger jaren een enorm woningbouwprogramma en in enkele tientallen jaren werden een miljoen appartementen gerealiseerd. Al die mensen hadden meubels nodig, en dat ging tijdens de Tweede Wereldoorlog lekker door, want Zweden was neutraal en werd niet bezet. Na de oorlog had Zweden een intact productieapparaat, en kon het helpen met de wederopbouw van de rest van Europa. Vandaar ook de huidige sterke economie.

In de vijftiger en zestiger jaren was Ikea niet de trendsetter van vandaag. De meubels werden gemaakt volgens de heersende smaak en met de materialen die andere meubelfabrikanten ook gebruikten. Die zagen het succes van Ikea met lede ogen aan en er ontstonden conflicten. Ikea werd geboycot en week toen uit naar Polen om zijn eikenhout vandaan te halen. Nog steeds is Polen een grote leverancier.

We vinden het museum aantrekkelijk. Zelfs een Ikea-hater als Youp van ’t Hek zou zich hier wel vermaken, denkt Martijn. Je mag als bezoeker van alles. Overal op zitten:

Zelf knippen en naaien, en borduren:

En zelfs een nieuwe omslag van de catalogus produceren:

Ons reisdoel vandaag is de camping in Habo, waar de Nederlandse Rob en Nellie de scepter zwaaien. Ze baten hun camping nu zo’n tien jaar uit, en zullen ons er later van alles over vertellen. Voor nu houden we het bij een wandelingetje naar het op 300 m afstand gelegen meer, en een rendierburgertje uit ons eigen diepvriesje. (We dachten eigenlijk dat het een zeewierburger was, oef, die taal!)

Vandaag gereden: 190 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *