De snoephoofdstad van Zweden

Gränna is de snoephoofdstad van Zweden. Nou zijn wij eigenlijk niet zo van de zoete snoepjes, maar je weet pas of iets de moeite waard is als je je er een beetje in verdiept. En het stadje Gränna met zijn 3500 inwoners is de moeite waard, blijkt. De drie polkaboys van Polkapojkarna aan de Brahegatan 59, een van de tientallen snoepfabriekjes in Gränna, ontvangen ons hartelijk. Markus, de middelste van de drie broers Vadsten, is niet alleen een begenadigd zuurstokkenmaker, maar hij heeft ook een mooi verhaal.

Het begon allemaal in 1859, toen de Zweedse Amalia Eriksson weduwe werd. Om voor haar dochter te kunnen zorgen besloot ze haar liefhebberij, snoep maken, te professionaliseren. Ze had nog (dure) rode kleurstof liggen van de textielbusiness van haar overleden man, en gebruikte die om haar pepermuntsnoepjes – heel gezond, goed voor je keel, was haar reclameboodschap – op te fleuren. Ze maakte ook graag stokken in de vorm van een J, de J van Jezus. Later zouden deze in Amerika heel populair worden als kerstsnoep. Maar het zijn dus letters, géén wandelstokken, en ze komen uit Gränna, niet Amerika. Haar bedrijfje floreerde, mede doordat Gränna langs de hoofdweg tussen Stockholm en Malmö lag.

Er was wel een probleem: vrouwen was het niet toegestaan ondernemer te zijn in het negentiende-eeuwse Zweden. ook weduwen niet. Amalia was niet voor een kleintje vervaard en schreef een brief aan de koning, die aan haar verzoek om zelfstandig te kunnen opereren voldeed. Amalia was daarmee de eerste Zweedse vrouwelijke ondernemer en een wegbereider voor andere vrouwen.

Tientallen jaren hield Amalia haar receptuur geheim en was niemand in staat haar zuurstokken met gevarieerde smaken te evenaren. Pas in de jaren 40 van de twintigste eeuw gaf haar hoogbejaarde dochter het geheime ingrediënt prijs: azijn. Door de azijn blijft het suikermengsel relatief lang zacht, waardoor je er langgerekte vormen van kunt draaien. En vandaar dus ook de huidige naam ‘zuurstok’.

De keuken waar het snoep wordt gemaakt is zichtbaar vanuit de winkel. Dat is gebruikelijk bij de snoepwinkels in Gränna, maar het bijzondere van Polkapojkarna is dat er een aantal ruitjes open zijn, zodat bezoekers vragen kunnen stellen aan de zuurstokmakers (meestal mannen, want het is fysiek zwaar werk). En ook leuk: klanten mogen zelf proberen een stokje te draaien. Vooral in het laagseizoen. Ik mag een poging wagen, en het blijkt best moeilijk. De suikermassa is taai, en als je eenmaal een dik stuk in je rol hebt, krijg je dat er maar lastig uit. Ik mag mijn zelfgedraaide stokken meenemen, en dat begrijp ik best: deze grillige vormen zijn echt niet geschikt voor de verkoop.

De polkabroers beschikken over een mobiele productie-eenheid, en in de wintermaanden geven ze demonstraties in Ikea’s in Denemarken en Noorwegen. Niet in Zweden, want de policy van Ikea is dat ze binnen Zweden alleen met hun eigen vaste leveranciers samenwerken.

Als je Gränna inrijdt vanaf de E4 vanuit het zuiden zie je op een rotonde een houten kunstwerk van een luchtballon staan. Die staat er niet alleen voor de sier, hij verwijst naar de luchtvaartpionier Salomon August Andrée, geboren in Gränna in 1854. Tegenover zijn geboortehuis is tegenwoordig het Grännamuseum gevestigd, dat voor een groot gedeelte gewijd is aan zijn laatste ballonvaart, in 1897.

Andrée wilde met twee andere durfals als eerste de noordpool bereiken, daar een vlag naar beneden kieperen, en op een of andere manier weer in de bewoonde wereld terecht komen. Ze hadden eigengemaakte bouwpakketten van sledes en boten bij zich, waarbij de frames van de boten bekleed konden worden met de zijde van de ballon. Op 11 juli 1897 vertrokken de drie mannen van Spitsbergen, op 15 juli werd een bericht van een postduif ontvangen en daarna werd het doodstil. Pas in 1930 werd duidelijk wat er gebeurd was, toen op het eiland Kvitoya de resten van de drie mannen en al hun materiaal werden gevonden.

De met waterstof gevulde ballon was zwaar van aangekoekt ijs neergestort en met sledes en boten hebben de mannen geprobeerd weer naar Spitsbergen te komen. Een van de drie, Nils Strindberg, heeft tijdens deze tocht nog foto’s gemaakt met zijn (zeven kilo zware) fotocamera, waardoor samen met de gevonden dagboekaantekeningen gereconstrueerd kon worden wat er gebeurd is.

Waaraan de mannen precies zijn overleden is nooit duidelijk geworden. Hun kleding vertoonde sporen van ijsbeervraat, maar dat kan ook na hun dood gebeurd zijn. Helaas zijn de lichamen gecremeerd en de kleren hersteld (!), zodat het een kwestie blijft van speculeren. Het is een waanzinnig bijzondere collectie, al die originele expeditiematerialen.

Toevallig hebben Martijn en ik allebei net ‘De gevleugelde’ gelezen van Arthur Japin, waarin hij in romanvorm het leven van de Braziliaanse luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont beschrijft. Een mooi boek, en het geeft inzicht in wat die mannen rond 1900 bezielde om van die riskante ballonvaarten te ondernemen. Voor hun was ballonvaren natuurlijk de enige manier om te vliegen, zij wisten niet dat er nog uitvindingen als zeppelins en vliegtuigen op stapel stonden.

We checken in op de camping van Gränna, die langs de oever van het meer aan de rand van het stadje is gesitueerd. Vlak naast de camping is de veerhaven, waar we met de fietsen de boot naar het eiland Visingsö nemen, een tochtje van 25 minuten.

Visingsö is het grootste eiland in het Vätternmeer; het is 14 km lang en 3 km breed op het breedste punt. We fietsen wat rond, bezoeken een ruïne hier, een botanische tuin daar, en observeren de route van een robotgrasmaaier. Daarvoor hoef je natuurlijk niet naar Visingsö, maar je ziet ze veel in Zweden en nu hebben we de gelegenheid om even te stoppen en te kijken. Zo grappig, net een diertje, een soort gordeldier.

Terug op het vasteland doen we boodschappen in de Coop, die een paar honderd meter vanaf de camping ligt. We zijn verslingerd geraakt aan het saladebuffet van deze supermarkt, en ook nu kunnen we een bakje vullen met onze favoriete ingrediënten. De camping ligt prachtig, heeft een eigen binnenmeertje en een leuk strandje en het sanitair voldoet helemaal aan de hoge Zweedse standaarden, maar hij is wel nogal rechttoe rechtaan ingericht, een beetje saai, en met van die welgedane mensen die kritisch om zich heen loeren. ’s Avonds is er live muziek vanuit de gezellige veerhaven, we nemen even een kijkje en slapen later gelukkig gewoon door de herrie heen.

Vandaag gereden: 27 km