Eerst een kasteel, dan een sprookjesstad

Kasteel Egeskov in Kværndrup is een allegaartje, maar wel een aardig allegaartje. Met wat voor een gezelschap je er ook naartoe gaat, iedereen zal iets van zijn gading vinden. Ben je liefhebber van oude auto’s, motoren of fietsen? Er zijn uitstallingen.

Ben je gefascineerd door hulpdiensten? Wereldspeler Falck heeft er een eigen museum.

Houd je ervan rond te dwalen in een doolhof? Er is een labyrint waarbij het gemiddeld een kwartier kost om het middelpunt te bereiken (kinderen doen het sneller, die rennen). Je kunt ook vanaf een hoog platform bekijken hoe mensen hun best doen de goede weg te vinden.

Er zijn uitgebreide speelmogelijkheden voor kinderen, een segway-parcours, een pikdonkere ruimte waar hol gelach klinkt – dat blijkt ‘Dracula’s crypte’ te zijn – een hangbrugroute tussen hoge bomen, tuinen, winkeltjes en restaurants.

En natuurlijk de grootste attractie: het kasteel uit 1554 waarin van alles te zien valt. Je kunt niet overal in, want de familie Ahlefeldt woont er nog steeds.

We lunchen met een picknickmand van het Italiaanse restaurantje in een van de prachtige tuinen, en worden daarbij belaagd door een bedelende pauw.

In Odense, de derde stad van Denemarken en de geboorteplaats van Hans Christian Andersen (die van de sprookjes), hebben we afgesproken met Lone Østergaard van VisitOdense. Zij neemt ons vanmiddag op sleeptouw om in een compact bezoek zoveel mogelijk te laten zien. We treffen elkaar op de City Camping, een groene stadscamping waarvandaan je op de fiets langs de rivier in minder dan een kwartier naar het centrum fietst. Maar wij gaan eerst naar het openluchtmuseum Den Fynske Landsby. Fyn, zo heet het eiland hier, Funen in het Nederlands, en landsby betekent dorp. Het museum bestaat uit een charmante verzameling hiernaartoe verplaatste oude gebouwen en als je geluk hebt (hadden wij niet) zijn er mensen in authentieke kledij die rollenspelen verzorgen. Het is kleiner dan het Openluchtmuseum in Arnhem, je hoeft er niet een hele dag voor uit te trekken.

Tot voor kort liep een belangrijke verkeersader dwars door het centrum van Odense. Er is een rondweg gekomen, en momenteel wordt de vrijgekomen ruimte door diverse projectontwikkelaars (die onder zeer streng toezicht staan van de gemeente) onder handen genomen. Hoewel je in de binnenstad nu over de bouwputten struikelt, heeft de sluiting van de weg al veel positieve gevolgen, vertelt Lone. Het lijkt wel of je beter kunt ademen en lichter loopt, door het wegvallen van al het verkeer. En onaantrekkelijke straatjes blijken zonder verkeerslawaai en -stank opeens een stuk aantrekkelijker, waardoor er zich hippe horeca en winkeltjes vestigen. De stad leeft op.

We kunnen de camper gratis parkeren met de blauwe parkeerschijf (is hier ook geldig), dwalen wat door het oude centrum – ook hier veel stokrozen – en zetten koers naar het Hans Christian Andersenmuseum. Hier in Odense is hij geboren in 1805, en hoewel hij al op zijn veertiende vertrok, blijft Odense deze beroemde schrijver koesteren. “Hij zit in ons dna”, zegt Lone.

Onderdeel van het museum is het geboortehuis van Andersen, waar hij met zijn ouders woonde. Zijn vader, die schoenmaker was, stierf toen H.C. (spreek uit Hoo Cee) 11 jaar oud was. Hans was als kleuter al een verhalenverteller, en na het overlijden van zijn vader kon hij bij zijn analfabete moeder geen aansluiting vinden. Ze gaven wel om elkaar, maar van wederzijds begrip was geen sprake.

Hij ging naar de grote stad, Kopenhagen, en probeerde daar met zijn verhalen aan de kost te komen. Dat lukte natuurlijk niet, maar er waren mensen die toch een zeker talent zagen in zijn onbeholpen schrijfsels, en hij kreeg een beurs om naar een goede school te gaan. Op zijn zeventiende zat hij als sociaal onhandige lange slungel tussen veel jongere kinderen die hem maar een rare snuiter vonden, maar hij zette door en haalde zijn diploma. Het sprookje van het lelijke jonge eendje zou hierop gebaseerd zijn: het gepeste eendje werd een mooie zwaan, H.C. werd een gevierd schrijver.

H.C. Andersen was bij leven al beroemd, reden waarom mensen die met hem te maken hadden alles van hem koesterden. Brieven, tekeningen, collages, knipkunst, er is heel veel bewaard gebleven, en daar is het museum maar al te blij mee.

Het een mooi museum, een eerbetoon aan Odenses belangrijkste burger. In een apart gedeelte van het gebouw kunnen kinderen zich helemaal uitleven in een sprookjeswereld, met decors en verkleedkleren. Er zijn ook kleren in volwassen maten, zodat de ouders kunnen meedoen. Wij zijn enthousiast, maar bekijken alles met een zekere distantie. Lone vertelt dat ze hier wel eens met Japanse journalisten komt (H.C. Andersen is populair in Japan), en die zijn niet te houden. Die gaan zich onmiddellijk verkleden en verliezen zich in een of ander spel. Wijs geworden plant ze deze bezoekjes helemaal aan het eind, want van de rest van haar programma komt anders toch weinig terecht.

Wij zijn niet zo speels, jammer eigenlijk, en volgen haar braaf weer naar buiten. Binnenkort wordt gestart met de bouw van een nieuw museum, en wordt de collectie tijdelijk ergens anders ondergebracht. Het ontwerp van de nieuwbouw is van de Japanse architect Kengo Kuma. Hij heeft de pitch gewonnen. Zie je wel, de Japanners hebben wat met Andersen.

We drinken een kopje thee, lopen door de stad en beseffen: geen wonder dat die Denen het gelukkigste volk ter wereld zijn. Deze stad is gebouwd voor de bewoners. Toeristen zijn van harte welkom, maar alle voorzieningen zijn voor de burgers, niet voor passanten, fabrikanten, megalomane projectontwikkelaars of een doorgeschoten overheid. Het zal heus niet allemaal zo volmaakt zijn als het er uitziet, maar ondanks de bouwputten lijkt Odense een evenwichtige en tevreden stad.

We gaan nog een hapje eten met Lone in Restaurant Nordatlanten, waar we een keuze kunnen maken uit een smakelijk arctisch buffet. We maken het niet te laat, want we moeten nog door naar de Kyst Camping in Bogense, een rit van zo’n 45 km. In Bogense blijkt het groot feest te zijn, en alle wegen naar de camping zijn afgesloten. Allemaal? Nee, ééntje is nog open, en die vinden we na een kwartiertje zoeken. We zijn nog net op tijd voor de zonsondergang, maar het feest laten we voor wat het is. We zijn zeer voldaan, maar ook bekaf.

 

Vandaag gereden: 95 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *