In het havenstadje Cancale werken toeristen om half tien ‘s-ochtends al fikse porties oesters weg. Voor ons aan de vroege kant, dus we houden het bij rondwandelen, kijken en vooral ruiken: alle leeggegeten oesterschelpen worden vanaf de kade op het strand gemikt, zodat meeuwen en vliegen zich aan de restjes te goed kunnen doen.
We hebben geparkeerd bij de sportvelden (Rue Pierre de Coubertin), omdat je met de camper niet aan de kades of in het centrum mag parkeren. We hebben spijt dat we zijn gaan lopen, de fiets was praktischer geweest gezien de afstand, maar verder zijn het prima gratis parkeerplekken.
Cancale staat bekend om de oesterteelt. Vanaf de kust kun je bij laagwater de enorme oesterparken zien waar oestertelers aan het werk zijn, compleet met trekkers en grote aanhangers. Het stadje wemelt van de restaurantjes en er is een schilderijententoonstelling in een havengebouw, maar voor echte kunst moeten we blijkbaar toch ergens anders zijn – Cancale kan het beter bij oesters houden.
Op weg naar Saint Malo nemen we de kustroute zodat we langs Rothéneuf komen waar we de Rochers Sculptés willen aandoen, een suggestie uit de NKC-reisroute.
Les Rochers Sculptés is een groep van driehonderd in de rotsen boven de zee uitgehouwen sculpturen die allerlei mythische wezens voorstellen. Je schijnt ertussendoor te kunnen klauteren. Maar de weggetjes ernaartoe zijn smal, lopen dood, parkeerplaatsen hebben een hoogtebeperking (nu begrijpen we de aanbeveling van de NKC-reisbeschrijving om er met de fiets heen te gaan) en als klap op de vuurpijl zijn de Rochers lunchen tussen 12.00 en 14.00 uur. Geen Rochers voor ons dus.
In Saint Malo bezoeken we het Grand Aquarium, omdat we nou eenmaal zo van aquaria houden. En ook deze stelt bepaald niet teleur. Je wordt via een soort Ikeasysteem langs een vastgestelde route geleid, zodat je alles ziet. De al te educatieve stukken voor kinderen kunnen we snel voorbijlopen, maar de vissen zijn geweldig. Ze leven in ‘habitats’ als bijvoorbeeld een haven, een afgezonken booreiland, of ‘gewoon’ tropisch koraal.
Er zijn bassins waar je de vissen mag aaien (een platvis is ruw en zacht tegelijk, koi-karpers zijn vooral glibberig).
Aan het eind stappen we in twee attracties: een lift naar de diepzee, en de Nautibus, een soort droomvlucht (Efteling-ish), maar dan in afzonderlijke onderzeeërtjes, waarmee je tussen de vissen vaart. Echte vissen dus, geen nepperds. Allebei de attracties zijn vooral gericht op kinderen, maar het kind in ons geniet er ook van.
Op aanraden van de aardige kassamedewerkster laten we de camper op de parking van het Aquarium staan en gaan we met de fiets naar de Intra Muros, het ommuurde stadsgedeelte van Saint Malo bij de haven. Het is zo’n 4 km fietsen door druk stadsverkeer; het lukt wel, en de Franse automobilisten geven ons gewoon voorrang waar dat hoort, maar de inzet van enige doodsverachting is wel noodzakelijk. Fietsstroken eindigen abrupt waar het ingewikkeld wordt, bijvoorbeeld bij rotondes, en je moet je plaats bevechten tussen auto’s, bussen en zwaar vrachtverkeer. Wat hebben we het als fietsers in Nederland toch goed…
De ommuurde stad van Saint Malo is in de Tweede Wereldoorlog voor driekwart verwoest. Bij de opbouw van de stad is ervoor gekozen om alles in oude luister te herstellen, en niet van de gelegenheid gebruik te maken om de straten wat rechter en ruimer op te zetten. Auto’s en vuilniswagens worstelen zich samen met talloze voetgangers (en twee fietsers) door de nauwe straten met hoge bebouwing. Er was indertijd niet genoeg graniet beschikbaar voor de herbouw, en daarom is er voor de meeste gebouwen gebruik gemaakt van beton met een granietcoating.
We fietsen door de stad, over de stadsmuren en langs de haven. Het is praktisch om alles vlot te kunnen verkennen. Het is een bijzondere stad, met zijn nette gebouwen, maar ook wel claustrofobisch, omdat het allemaal zo krap en schaduwdonker is. Het is heerlijk om op de stadsmuren de ruimte te hebben.
In Erquy overnachten we op camping ‘Village les Pins’. We hebben een mooi plekje onder de pins, de pijnbomen.
Vandaag gereden: 75 km