De warme golfstroom van Finistère

Plouescat is een campervriendelijke gemeente: er zijn enkele camperplaatsen aan zee om te overnachten, er is voldoende parkeergelegenheid én er is een mooi zandstrand. Aldus Eric Boudka van het plaatselijke Bureau voor Toerisme. We drinken samen een kop koffie met uitzicht op zee en laten ons bijpraten over het Île de Batz, waar we vanmiddag naartoe gaan, en ontfutselen hem tips over de rest van Finistère, het westelijke departement van Bretagne waar we inmiddels zijn. (Finistère komt van fin des terres, eind van het land.)

Op weg naar Roscoff komen we langs de Menhir Cam Louis, volgens Eric lang in gebruik als herkenningspunt voor zeelui, als een soort voorloper van de vuurtoren. Trots laat hij ons parkeren in de buurt van de menhir: zie je wel, hier zijn wél parkeerplaatsen voor campers!

De enorme hoeveelheid zeewier op het strand is het gevolg van springvloed, vertelt Eric. Het zeewier wordt op het strand geworpen, en bij het reguliere hoogwater niet mee terug genomen, omdat het verschil tussen vloed en springvloed twee meter bedraagt. (En tussen eb en gewone vloed zeven meter). Maar dat is alleen maar fijn, want van oudsher wordt zeewier voor van alles en nog wat gebruikt. Tegenwoordig vooral in eten en cosmetica, maar vroeger werd het verbrand en werd de soda die dan overbleef toegepast als grondstof voor glas en als meststof.

In het havenstadje Roscoff bezoeken we de Jardin Exotique et Botanique. De eerste spade ging in 1986 de grond in, toen twee botanisch gepassioneerden hier een exotische tuin wilden realiseren en hun krachten bundelden. De tuin ligt op een landtong, en wordt zodoende aan drie kanten omgeven door de zee, en dus ook de warme golfstroom. Dat in combinatie met een fikse haag en een achttien meter hoge rots die beschermen tegen kou en wind, waarbij de rots ook nog eens ’s nachts de overdag opgenomen zonnewarmte afgeeft, zorgt voor een microklimaat waar exotische planten verrassend goed gedijen. Samen met Eric krijgen we een rondleiding van hoofdtuinvrouw Sandrine.

Er werken zes mensen in de tuin, vijf vrouwen en één man, die samen de 3500 verschillende soorten planten verzorgen. Afgelopen winter was het kouder dan normaal, en een aantal planten heeft daar toch wel een knauw van gekregen. Sandrine kijkt bezorgd naar een kwijnende exoot. “Ik geef hem de tijd, zolang er nog een sprankje leven in zit, mag hij blijven.”

Andere bezoekers van de tuin spreken een taal die we in eerste instantie niet thuis kunnen brengen. Later realiseren we ons dat het waarschijnlijk Gaelic is, want het wemelt hier van de Ieren en Engelsen die met de veerboot in Roscoff arriveren en vertrekken.

We kunnen de camper parkeren in de buurt van de haven van Roscoff, en na het bedwingen van de gehele pier (want eb, 800 stappen) varen we in een kwartier naar het Île de Batz.

Bij de fietsenverhuur naast de kerk halen we gezellige rode fietsen op, die bij nader inzien niet zo heel gezellig zijn. De versnellingen doen het niet, de remmen half, en de banden zijn zacht. Na een stevige workout hebben we het halve eiland gerond.

Het Île de Batz is ongeveer 3,5 km lang en 1,5 km breed. Er wonen 500 mensen die voornamelijk leven van landbouw (inclusief het oogsten van zeewier), visserij en toerisme. De warme golfstroom zorgt ook hier voor een mild klimaat, en de allereerste nieuwe aardappelen van Frankrijk, de primeurs, komen hier vandaan. Helemaal op het oostelijke puntje is een exotische botanische tuin die je kunt bezoeken. Het is wel mooi hier, maar ook een beetje tam. Nauwelijks horeca, geen winkeltjes behalve een mini-supermarktje voor de bewoners en weinig te doen. Ja, wandelen en een soort van fietsen dus.

We nemen de overvolle boot van vier uur terug, en trotseren buiten de harde wind. Het officiële gedeelte van de persreis is nu afgelopen en we zoeken een gezellige overnachtingsplaats die we vinden in Santec. Hier mag je gratis staan op de camperplaats van Bistrot à Crêpes, inclusief stroom en gebruik sanistation, als je maar gaat eten bij de crêperie. Dominique zwaait er de scepter, en blijkt een onuitputtelijke bron van toeristische informatie. Hij heeft folders, leent boeken uit, drukt ons zelfs de krant in de hand, en vertelt van alles. Hij tipt onder meer om te kijken waar in 1978 de Amoco Cadiz is vergaan, een olietanker die een gigantische olieramp in Bretagne veroorzaakte. We zaten toen nog op school, maar dat weten we nog.

We eten verrukkelijk, met galettes (boekweitpannenkoekjes) en allerlei toppings en sla, drinken cider en Bretons bier (met zeewater gebrouwen, schijnt) en als toetje een L’Assiette Bretonne (‘fars blanc poêlé aux pommes nappé de gelée de cidre’). Die is au bain-marie gekookt in een soort gewaxte zak die Dominique aan tafel komt tonen.

Om 21.53 uur gaat de zon onder (zegt Google) dus we zitten op tijd klaar op het strand dat vijf minuten lopen van de camper is. In De Bilt gaat de zon meer dan 20 minuten eerder onder, zoveel maakt het uit dat we hier zo ver naar het westen zitten.

Vandaag gereden: 33 km

2 gedachten over “De warme golfstroom van Finistère

  1. Allereerst complimenten voor de prachtige en informatieve foto’s, heel grappig de koe aan de lijn in het gras (zielig hoor zo alleen) en daar naast tropische planten. De zonsondergang is sprookjesachtig…. .
    Wat je schrijft over het zeewier, dat er soda van komt als restant wist ik niet, wel dat het in eten wordt gebruikt, zoals in brood, vooral in de “gros pains” en dat was heerlijk.
    Waren jullie niet een beetje %*$# uit je hum na de moeilijke fietstocht? Na alle bezienswaardigheden uitrusten bij een heerlijk maaltje, uit de wind en met gezellige mensen. De foto van de blauwe luiken en het gespiegelde blauwe vergezicht is mijn favoriet.
    Groetjes Marijke

  2. Dank voor je complimenten! Dat fietsen ging inderdaad niet zo voorspoedig, maar daardoor laten we ons niet uit het veld slaan hoor. Het ging nog altijd vlotter dan wandelen, en je schiet straatjes in die je anders zou overslaan, dus je ziet meer. Het eten was inderdaad een succes: een camperplaats bij een restaurant heeft toch een andere insteek dan een restaurant bij een camping.

Laat een antwoord achter aan marijke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *