Stripverhalen in graniet

Met een omweg rijden we vandaag naar de stad Quimper in het zuiden. Een omweg, omdat we graag kennis willen maken met het fenomeen ‘enclos paroissaux’, ommuurde kerkterreinen, waar, voornamelijk in de 16e eeuw, onder meer ‘calvaires’ werden gemaakt. Een calvaire is een uit steen gehouwen beeldengroep, soms zelfs een soort stripverhaal, dat het leven van Jezus uitbeeldt. De predikant kon aan de hand van de calvaire aan zijn vaak ongeletterde parochianen het evangelie uitleggen.

Bij een plaatselijke Lidl slaan we fruit en groente in, samen met heel veel Fransen, want het Pinksterweekend staat voor de deur. We hebben deze reis ontdekt dat we artisjokken heel lekker en geschikt campereten vinden (koken, en de blaadjes dippen in een vinaigrette) en hier kunnen een paar mooie uitzoeken.

In Guimiliau parkeren we de camper bij de begraafplaats en lopen vandaar de enclos paroissial op. De calvaire hier is beroemd, en dat is niet voor niets: hij is erg uitgebreid en gedetailleerd. Een trapje en deurtje geven toegang voor de pastoor om erbovenop te klimmen voor een aanschouwelijk verhaal.

Van binnen is de kerk ook prachtig. Als je een echte liefhebber van kerkelijke kunst bent, kun je hier uren zoet zijn.

De belangrijkste entree van de enclos paroissial in Sizun wordt gevormd door een indrukwekkende triomfboog uit 1590. De pastoor kon erop klimmen en vanaf het midden een mis in de buitenlucht opdragen.

In Quimper valt onze keus op de eenvoudige camping municipal, vanwege de ligging vlakbij het centrum van de stad. De anderhalve kilometer fiets je in een paar minuten. De route is saai, dus fietsen is beter dan lopen. We zetten de fietsen vast aan een fietsenrek, vlak naast andere Nederlandse fietsen.

Quimper is een universiteitsstad en heeft een gezellig stadscentrum, met een overdekte markthal, kathedraal, vakwerkhuizen, veel horeca en winkels én een toeristentreintje.

De Bretonse naam van Quimper is Kemper, en dat betekent oorspronkelijk samenvloeiing. In dit geval de drie rivieren Odet, Steir en Jet, die samen als de Odet door de stad stromen. We fietsen vanuit het centrum naar de wijk Locmaria, een klein stukje stroomafwaarts aan de overkant van de Odet, en bezoeken de Faïencerie Henriot. De faience, keramiek, uit Quimper is over de hele wereld geliefd. De eerste kunstzinnige pottenbakker was Jean-Baptiste Bousquet die in 1690 vanuit het Zuid-Franse Moustiers hier zijn geluk kwam beproeven. In de Provence was de concurrentie moordend, en bovendien waren er problemen met de aanvoer van brandhout voor de ovens. In Bretagne waren er bomen genoeg, er was klei, en er was geen faience-traditie.

En de camping? Die is rustig en stil, geen verkeerslawaai. Maar het sanitair is echt waardeloos, zelfs voor Franse begrippen. De serviceplek voor campers is gelukkig wel oké.

Vandaag gereden: 153 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *