Olympia: tweede topattractie van Griekenland

In de top 3 van Griekse topattracties staat Olympia op de tweede plaats qua aantallen kaartverkoop (op 1 staat de Akropolis in Athene en op 3 Knossos op Kreta). En wij zijn hier zomaar!

Bij de opgravingen van Olympia zijn sporen van een nederzetting teruggevonden van zo’n 5000 jaar geleden. Maar wat wij vandaag gaan zien is wat ‘nieuwer’: de oudste voorwerpen in het museum dateren van ongeveer 2000 v.C. Het blijft ongelooflijk, hoe verfijnd en precies mensen zo lang geleden bezig waren met kunst en kunstnijverheid, en dat het nog bewaard gebleven is ook.

We lopen van de camping naar het opgravingsterrein en dat is prima te doen, heuvelaf in de nog koele ochtend. Mama Papadopoulos had het over 800 meter, maar dat soort getallen van campinghouders moet je meestal met een korreltje zout nemen. Niet alleen in Griekenland, maar overal, is onze ervaring. Ook deze 800 m is in feite wat meer: 1,3 km.

We beginnen op het opgravingsterrein om de hitte voor te zijn. Gelukkig is er veel groen en schaduw dus je kunt op je gemakje alles grondig bekijken.

Het heiligdom van Olympia was gewijd aan Zeus, en begon rond 1000 v.C. vorm te krijgen. Gedurende de daarop volgende eeuwen werd er steeds meer gebouwd en groeide Olympia uit tot een groot complex. Volgens overlevering zijn de eerste Olympische Spelen in 776 v. C. georganiseerd, en de gebouwen en faciliteiten voor de sporters (en trainers, en bobo’s) werden bepalend voor het gebied.

Ook in andere plaatsen in het oude Griekenland werden grootschalige sportwedstrijden georganiseerd, naast Olympia waren dat Delphi, Korinthe en Nemea. De sportieve gedachte achter deze Spelen was ondermeer dat alle Griekse stadsstaten, die onderling als een stelletje kwaaie katten voortdurend aan het bakkeleien waren, hun vijandschap ten minste gedurende de Spelen even on hold zouden zetten. Vaak ging dat goed, maar niet altijd. Sport en politiek waren altijd verweven met elkaar, en er was nogal eens geharrewar.

De Romeinen drukten ook hun architectonische stempel op het terrein, maar in het jaar 426 was het afgelopen met Olympia. De gebouwen werden als heidens beschouwd en werden vernield, en wat nog een beetje vorm had viel in de 6e eeuw ten prooi aan een grote aardbeving.

De tempel van Zeus heeft nog één pilaar fier overeind staan, maar dat is eigenlijk nep. In zijn eentje geeft die gerenoveerde pilaar aan hoe enorm groot de tempel was. De resten van de andere pilaren liggen als schijfjes worst  (maar dan wel heel grote schijfjes) verspreid over de grond.

Het stadion had een capaciteit van 45.000 toeschouwers. De juryleden zaten als enigen op een stenen tribune.

In het archeologisch museum zijn voorwerpen en delen van gebouwen in een chronologische volgorde en op thema tentoongesteld. Het museum is werkelijk prachtig, je komt ogen en energie te kort. Het gebouw heeft bij de entree een zuilengaanderij om een patio heen; je kunt je precies voorstellen hoe de atleten en sportliefhebbers in het oude Olympia ook (net als bezoekers nu) de schaduw opzochten tijdens het heetst van de dag.

Olympia was zoals gezegd gewijd aan Zeus, en tijdens de Olympische Spelen werden er op de vierde dag honderd (100!) ossen geofferd. Die werden verbrand en in de loop der tijd ontstond een enorme berg van as, waarschijnlijk zo’n zeven meter hoog. Van het oorspronkelijke altaar is niets teruggevonden, maar in de asresten zijn talrijke bronzen en kleien dierenbeeldjes gevonden. Pelgrims offerden hun eigen kleine beeldjes bij het altaar.

In zaal 2 lijken we in een boek over Harry Potter te zijn beland (dat gevoel hebben we trouwens wel vaker in Griekenland). Bronzen griffioenen met angstaanjagende gezichten kijken ons aan. Ze dienden als decoratie (en om allerlei narigheid af te weren) op randen van grote koperen ketels.

De griffioenen evolueerden door de jaren heen en kregen een minder vervaarlijk karakter. Een grote bronzen plaquette toont zelfs een griffioen die haar jong zoogt, wat toch als een tamelijk vriendelijke activiteit te beschouwen is.

Ik word helemaal enthousiast als ik plaatjes herken van legendes en mythes (weer uit Mythos van Stephen Fry) en ze aan Martijn kan verklaren die het heus wel interessant vindt ook al wordt hij een beetje kriegel van het feit dat die hele mythologie beschouwd wordt als een soort waarheid in de geschiedenis. “Waarom relativeren ze het niet?’, vraagt hij zich regelmatig af.

Een bronzen plaquette toont de moord op Klytaemnestra door haar zoon Orestes, die nogal boos was dat zijn moeder samen met haar minnaar Aegysthos (die je rechts ziet wegvluchten) zijn vader Agamemnon had gedood (vanwege A’s plan om de zus van Orestes, Iphigeneia te offeren – dat verhaal uit Mycene). (Terzijde: Orestes trouwde met Hermione, en dat is de Engelse naam van Hermelien uit Harry Potter. Zie je wel, alles ademt hier Harry Potter.)

In een volgende zaal staat een schitterend terracotta beeld van Zeus die Ganymedes ontvoert. Ganymedes was een Trojaanse prins, en een verbluffend mooie jongen. Zeus was erg gecharmeerd van hem, en zoals Zeus dan was, die pakte hem op en nam hem mee. Naar de Olympus, de godenberg, in dit geval. Daar kreeg Ganymedes de eeuwige jeugd en werd hij de beker-schenker van de goden. Dus al was Zeus op hem uitgekeken als geliefde, het verhaal liep wel goed af.

In een zaal alleen staat een marmeren beeld van de god Hermes, die de babygod Dionysos op zijn arm draagt. De baby moet in opdracht van Zeus (de vader van het kind) naar nimfen gebracht worden, die hem zullen voeden en opvoeden. Het beeld is waarschijnlijk rond 335 v. C. vervaardigd door Praxiteles, een in zijn tijd beroemde beeldhouwer uit Athene.

De zaal met de friezen van de tempel van Zeus heeft gelukkig een bankje in het midden. Het is even slim manoeuvreren om tussen de busladingen toeristen door een plekje te bemachtigen, maar dan kun je rustig bekijken welke verhalen worden uitgebeeld. Ook hier gaan die weer diverse lagen diep, en duizelt je het van namen, plaatsen en tijden, maar mooi zijn ze.

Er is nog een apart museum over de Olympische Spelen, maar we zijn totaal murw. We gaan nog even het plaatsje Olympia in waar het wemelt van de eettentjes en winkeltjes met een verrassend uitgebreid assortiment. Dat komt misschien doordat Olympia een excursiedoel is voor opvarenden van cruiseschepen die aanleggen in Katakolon – die kunnen hier dan uitgebreid algemene Griekse souvenirs kopen.

Eén van ons, ik noem geen namen, houdt van treinen. Olympia heeft een station, dus we nemen een kijkje. Er zouden hier toch wel drie treinen per dag moeten vertrekken, maar nergens zijn vertrekstaten te zien en de rails zijn best roestig. Maar dat gaat snel. Hoewel het gebouw netjes in de verf staat is er weinig leven. Er lopen nog twee buitenlanders zoekend rond – die willen echt ergens heen. “Weet je wat GMT hier betekent? Greenwich Mean Time?”, vraagt een van hen aan ons. “Greek Maybe Time!” Aha.

In een zijstraatje eten we op een miniterrasje een lekkere lunch voor nog geen tientje. Met zijn tweeën. Dit record gaan we vast niet breken.

Het teruglopen gaat iets moeizamer dan de heenweg – het is warm en we moeten omhoog, maar in een kwartiertje hebben we het equivalent van 37 trappen gelopen en zijn we weer op de camping waar het heerlijke zwembad ons hartelijk verwelkomt.

Vandaag gelopen: ca. 10 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *