Homeopathie? Welnee, fytotherapie!

“Als hij je dan aankeek met die twinkelende blauwe ogen…” Jenny Ariane heeft hem nog gekend, de natuurarts dr. Alfred Vogel (1902 – 1996) die het bedrijf Bioforce heeft opgericht en bekend is van de vele A.Vogel gezondheidsproducten die ook in Nederland geproduceerd en verkocht worden. We sluiten onze tour Zwitserse maakindustrie af in Teufen en Roggwil, waar Alfred Vogel duidelijk zijn sporen heeft achtergelaten.

Alfred Vogel was een man met een missie: hij was ervan overtuigd dat de natuur ons alles kan geven wat we nodig hebben om gezond te worden en blijven, en hij wilde anderen daarvan ook overtuigen. Als twintiger startte hij in Basel een reformwinkeltje waar hij onder meer zijn eigengemaakte muesli en volkorenbrood (Vogelbrot) verkocht. In de jaren dertig werd Basel hem te druk en industrieel en hij verhuisde naar het landelijke Teufen, waar hij een tuin aanlegde waarin hij allerhande planten kweekte die hij zelf verwerkte tot extracten, tabletten en poeders. De tuin is er nog steeds, en je kunt deze, plus museum en winkel, bezoeken.

De zon schijnt, insecten zoemen, bloemen geuren en temidden van dit arcadische geheel scharrelt tuinman Heinz Roth, die zich verheugt in de zich herstellende planten na de afgelopen hete en droge zomer. De planten krabbelen nu weer op, zegt hij. “Maar ik twijfel of de beuken dit nog vaak kunnen doorstaan. Ze hebben afweermechanismen om droogte te overleven, maar ik ben bang dat het na een paar jaar toch gebeurd is.”  Schouderophalend: “We zullen zien, als de beuken naar elders verdwijnen, krijgen we er hopelijk andere bomen voor terug die nu nog alleen in warmere streken groeien.”

In het museumpje staan de machines uitgestald die Vogel gebruikte om verse planten te verwerken tot zijn gezondheidsproducten. “Hij gebruikte de hele verse plant of plantendelen,” vertelt Jenny, hoofd van de bezoekerscentra in Teufen en Roggwil, die ons vandaag op sleeptouw neemt. “Hij was een natuurarts, en geen homeopathisch arts.” (En ook geen reguliere arts, trouwens.) De producten barsten volgens haar van de werkzame stoffen, niks homeopathische verdunning. “Dit is fytotherapie, kruiden- en plantengeneeskunde.” (Een enigszins raadselachtige uitspraak, want een blik op de assortimentslijst leert later dat er wel degelijk homeopathische producten worden gemaakt door Bioforce.)

Vogel gaf zijn eigen tijdschrift uit, en ook zijn kruidenboek De Kleine Dokter verscheen bij zijn eigen uitgeverij, die nog steeds bestaat. Jenny: “Hij was een kleine man, daarom koos hij deze titel. Echt waar.” De Kleine Dokter is inmiddels toe aan de 72e druk, en is zeker drie keer zo dik als in het begin.

Op een warme zondagmiddag begin jaren zestig maakte Alfred een lange wandeling vanuit Teufen, mijmerend over zijn groeiende bedrijf. In Roggwil aangekomen kreeg hij een lumineus idee: dit was de plaats om zijn planten op grotere schaal te telen en te verwerken in een heuse fabriek! En zo geschiedde.

Ook in Roggwil is een bezoekerstuin ingericht, met in het midden een op de echinacea geïnspireerd bouwwerkje, de EchinaPoint. Spontane bezoekers kunnen er kosteloos rondlopen en de ‘Vogelwereld’ ontdekken, maar als je je aanmeldt, krijg je voor CHF 10 een rondleiding in tuinen en fabriek én een waardebon van CHF 5 voor het winkeltje.

Momenteel staan de artisjokken er mooi bij. Van de bladeren wordt een gal-en-leverpreparaat gemaakt om in het voorjaar je gal en lever te reinigen na een winter vol zware winterkost, vertelt Jenny. “Zwitsers eten gemiddeld 50 kilo vlees per persoon per jaar”, zegt ze licht afkeurend, “zuigelingen en hoogbejaarden meegerekend.” Dus dat artisjokkenproduct voorziet wel in een behoefte, denkt ze. Overigens is ze zelf niet al te strak hoor. “Dat was dr. Vogel ook niet. Hij at wel eens vlees, en hij dronk ook wijn.” En hij kauwde elke hap dertig keer. “Het was een crime om samen met hem te eten, het duurde eindeloos.”

Veel bloemen zijn al geoogst, maar hier en daar zien we repen planten op de verder kale velden staan. “In de herfst verzamelen we het zaad van onze eigen planten voor de verkoop en ook om zelf later weer uit te zaaien”, aldus Jenny. “We kopen liever niets van derden, op deze manier houden we controle en weten we absoluut zeker dat de planten volgens onze filosofie zijn gekweekt.”

De rondleiding in de fabriek is boeiend, maar vanwege brandweervoorschriften (er wordt met alcohol gewerkt) mogen we geen camera of telefoon mee, en kunnen we dus ook geen foto’s maken. We doen braaf alsof we dit geloven, hullen ons in hygiënische kledij en slaan de beelden op in ons hoofd. Zoals: hoge (heel hoge: een meter of vijf) stapels kratten waar de salie uitpuilt en die een zalige geur verspreiden; lange lichte gangen met foto’s uit het leven van Alfred Vogel (wat een reizen maakte die man) en met ruiten waardoorheen je het productieproces kunt zien; machines die plantenpulp uitpersen; zen-achtige vulstraten met flesjes die gereinigd, gevuld en geëtiketteerd worden; en vrij veel gestaag werkende mensen in witte jassen.

We bekijken nog een film, bewonderen het uitzicht over de zonnige, bijna kale velden en filosoferen wat over het leven en werk van deze kleine dokter. Wat een bedrijf.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *