Regenwoud en kangoeroes op de eerste camperdag

Na het genieten van het uitgebreide internationale ontbijtbuffet in het hotel bestellen we een Uber om naar het ophaalpunt van onze Maui-camper te gaan. Er rijden in het betrekkelijk kleine Cairns maar liefst duizend Ubers rond die niet alleen mensen, maar ook afhaalmaaltijden vervoeren. De chauffeurs komen overal ter wereld vandaan.

Het oppikken van de camper duurt iets langer dan verwacht, het personeel moet eerst nog een brandoefening afronden en vervolgens loopt de iPad waarop Elena met ons het papierwerk doet een aantal keer vast: alles opnieuw! Echt papier heeft zijn voordelen, denk je dan bijna conservatief, maar dan hadden we niet meteen ook het tolsysteem voor Brisbane en Sydney alvast kunnen regelen. Het kenteken van de camper is gedurende de huurperiode aan onze creditcard verbonden, dus als we op een tolweg terecht komen (het kenteken wordt dan geregistreerd) betalen we het direct. Als het via Maui zou gaan komt er een dikke toeslag op, dus waarom zou je het niet doen.

We krijgen een upgrade: een zes-persoons Mercedes-camper in plaats van een vier-persoons. Maar volgens Elena gebruikt deze nauwelijks meer brandstof. We hebben er zin in: de komende 25 dagen gaan we op reis met dit zeven meter lange en 4490 kg zware gevaarte. (Hier mag dat met ons B-rijbewijs.) Met, zo blijkt, een zee aan kastruimte. En zelfs een waterfilter, zodat we altijd drinkwater bij de hand hebben.

Onze eerste kilometers rijden we naar het dalstation van Skyrail, wat een beetje een verwarrende naam is want er is geen sprake van rails. Skyrail is een kabelbaan en vandaag bekijken we het tropische regenwoud van Cairns van bovenaf uit een Skyrailgondeltje.

Uitzicht vanuit de Skyrail op Koraalzee, Freshwater en het regenwoud

Het lijkt misschien een beetje vergezocht, zo’n kabelbaan, maar het is echt geweldig. Met de vooraf gedownloade Skyrail-app (hij is erg groot, je moet zorgen voor free wifi bij het laden) krijg je een schat aan informatie tijdens de tocht naar boven.

Tropisch regenwoud pal van boven

Er zijn twee overstapstations waar je ook over een boardwalk een wandelingetje kan maken door het regenwoud.

Boardwalk door het tropische regenwoud

Het is een uiterst leerzame tocht, en dat bedoel ik totaal positief. Ik heb wel eens de neiging enigszins recalcitrant te worden door te veel educatie en opgeroepen milieubewustzijn, maar de achtergronden en weetjes die we hier opdoen, zijn echt boeiend en voegen wat toe. Aan onszelf.

Deze boom bijvoorbeeld is de strangler fig (de wurgvijg). Hij groeit van boven naar beneden. In de jungle heerst een continue strijd om licht, want licht betekent leven. De vruchten van deze vijg worden gegeten door vogels, vogels poepen hoog in bomen, en de zaadjes komen bovenin uit waarna de plant zich een weg naar beneden baant. Is toch slim.

Strangler fig groeit van boven naar beneden

Een greep uit wat we verder leren:

  • Regenwouden halen 30 tot 40% van hun water direct uit wolken, ‘cloud stripping’ wordt dat genoemd: de wolken hangen mistig rond de boomkronen en vocht sijpelt langs bladeren, stengels, takken en stammen naar de bodem.
  • Sir David Attenborough vindt de jungle in Queensland buitengewoon, minstens zo fantastisch als de Amazone – en veel makkelijker bereikbaar.
  • Er leven slangen (pythons) van 8,5 meter in het regenwoud. Die kunnen met gemak een kangoeroe op.
  • Voor de film Avatar van James Cameron werd inspiratie opgedaan in het regenwoud bij Cairns. Het creatieve team gebruikte foto’s uit de Skyrail voor jungle overviews.
  • De meteoor-inslag van 65 miljoen jaar geleden doodde wel de dinosaurussen in Australië, maar liet het plantenleven in het regenwoud relatief ongemoeid. Nu leven er planten die overal elders in de wereld zijn uitgestorven.
Oeps

Vanaf het uitzichtpunt bij de tweede boardwalk bewonderen we de Barron Falls, die door de regen van de afgelopen periode (we vallen deze reis nog middenin een staartje tropische regentijd) lekker vol zijn.

Op 330 meter boven de zeespiegel arriveren we met de Skyrail in het dorpje Kuranda. Kuranda is een toeristisch kunstenaarsdorp met nog een vleugje hippie. Vroeger was het een serieuze plaats, met onder meer koffie- en houtindustrie.

Wij bezoeken de Koala Gardens en de bijbehorende Bird World. De Koala Gardens vormen een vriendelijk en kleinschalig dierenparkje met een iets grotere ambitie dan alleen verstrooien: educatie van bezoekers en het beschermen van en fokken met de dieren zijn even belangrijk.

Je kunt ook op de foto met een koala of slang, en zelfs kangoeroes voeren en aaien. Dat is niet zielig, want de kangoeroes springen naar hun eigen hoekje als ze het zat zijn. Mensen mogen daar niet komen en het lijkt of de kangoeroes nogal triomfantelijk kijken. Maar dat zal wel projectie zijn.

In de naastgelegen Bird World vliegen en lopen zo’n zestig soorten exotische vogels rond, en de meeste van hen zijn niet alleen schitterend om te zien, maar vooral hondsbrutaal. Je wordt van tevoren gewaarschuwd om losse spullen als haarelastiekjes, horloges en flesjes water op te bergen.

Waarschuwing bij de kassa

Maar een rugzak is toch niet te vergelijken met een oorbel? Toch wel.

Alexandrine papegaaien op zoek naar een waterflesje. De rugzak is nu aangevroten – Martijn vindt het een grappig souvenir.

De megatamme vogels zijn goed te fotograferen.

Om weer terug te gaan naar zeeniveau pakken we de Kuranda Scenic Railway, een historische trein die in anderhalf uur het hoogteverschil van 330 meter naar beneden overbrugt.

Het weer zit niet zo mee, dus de prachtige vergezichten moeten we erbij denken en de nostalgie van de hele rit is misschien iets over de top voor Europese begrippen, maar al met al is het een best aardige tocht, al is niet iedereen daarvan overtuigd:

Wij stappen uit in station Freshwater, terwijl de trein verder doorrijdt naar Cairns. In Freshwater staan in de stromende regen (what’s in a name, tenslotte) verschillende shuttlebusjes klaar om de passagiers verder naar hun respectievelijke bestemmingen te brengen. Ons busje rijdt naar het dalstation van de Skyrail, waar we de camper hebben geparkeerd.

Als we een parkeerplekje zoeken bij een supermarkt, worden we aangesproken door een Australiër: “You’ve got a flat one, mate. It’s dangerous.” En ja, onze linkervoorband is bijna plat. “Daarom trok-ie zo naar links”, hoor ik Martijn mompelen. Actie is nodig: het wiel van een camper is niet te hanteren zo zwaar, dus geen haar op ons hoofd die denkt dat we dat zelf wel kunnen. We bellen het noodnummer van Maui, krijgen iemand in Melbourne aan de lijn, en die adviseert ons de band zolang even op te pompen en dan komt er vanavond om zes uur nog een monteur naar de camping.

A flat one

We doen als een haas boodschappen, pompen die band op, en rijden in het donker naar het Palm Cove Holiday Park waar we gereserveerd hebben voor een late arrival. Een envelop met informatie hangt aan de deur van de receptie en we zetten opgelucht de camper neer: gehaald.

Tijdens het wachten op de monteur ruimen we de camper in, maken ons bed achterin op en geven de lege koffers een plek. Eentje kan onder ons bed, de andere op het bed in de alkoof. Er is geen ruimte in de garage, de bergruimte achterin. Slappe tassen waren eigenlijk praktischer geweest.

De monteur belt een aantal keer dat hij er over vijf minuten is, en iets na achten arriveert hij daadwerkelijk. We hebben erg met hem te doen omdat het nog steeds giet van de regen en hij in de modder onder de camper kruipt om allerlei onduidelijke dingen te doen. Hij is erg bezig, krikt de camper met al zijn 4500 kilo op met een krikje dat hij uit een vakje voor de bijrijdersstoel haalt, goochelt wat met het loeizware reservewiel en concludeert dan dat het hem niet lukt. Hij seint de servicedienst van Mercedes in, die ons prompt belt om een afspraak te maken voor de volgende ochtend tussen 8 en 10 uur.

Monteur doet zijn best

Het is inmiddels tegen tienen, we koken en eten snel een hapje en rollen dan ons vers opgemaakte bed in.

Vandaag gereden: 25,6 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *