Terwijl Martijn een praatje maakt met de campingeigenares over toerisme, ik enkele wasjes en droogjes draai en in de waskamer wat babbel met Australische toeristen, gaat Maarten er met de drone op uit.
Als we ons weer verzamelen zijn we allemaal wat wijzer: volgens Martijn – nou ja, volgens Jessica, de toerisme studerende dochter van de campingeigenares – zijn wij als FIT’s, Free Independent Travelers, een categorie toeristen die door touroperators en toerismebureaus maar moeilijk te vatten zijn en daardoor voor het gemak maar genegeerd worden. Iets waar ze zich boos over maakt, want tien procent van hun gasten zijn buitenlandse FIT’s, en er wordt geen gerichte marketing voor hen ontwikkeld. Het zouden er makkelijk meer kunnen zijn. (En aangezien het over het algemeen nette mensen zijn die veel geld uitgeven, ziet ze ze graag komen.)
En ik heb ondermeer geleerd in de waskamer dat alle buitenlanders die het zo heerlijk lijkt om in Australië te wonen, eens een reality check zouden moeten doen. Laundry lady: “Het is een fijn land, maar ik zit wel een uur in de auto om naar de dichtstbijzijnde supermarkt te gaan.”
En Maarten is helemaal enthousiast over de prachtige riviermonding waar we vlakbij blijken te zijn.
Het centrum en strand van Noosa Heads zijn goed bereikbaar met de bus, die zelfs gratis is om het autoverkeer zo veel mogelijk in te dammen. Lollypopmen (zo eten ze echt) regelen de stromen auto’s en voetgangers.
We lopen langs het strand richting coastal walk. Het strand is erg vol, en dat is niet alleen vanwege zien en gezien worden (het aandeel mooie mensen is erg hoog op de totale populatie badgasten), maar ook vanwege de aanwezige surf rescuers (ze redden niet alleen surfers hoor, surf betekent branding). Laundry lady had het ook gezegd: “Die met vlaggen afgebakende stukken strand zijn er niet voor niets.” Elk jaar verdrinken er volgens haar een aanzienlijk aantal toeristen, vooral mensen uit Azië. Die willen niet zwemmen bij de grote massa en zoeken een rustig strand, waarna ze meegesleurd worden door de sterke stroming.
De coastal walk is in totaal 5,4 km lang, en dan moet je ook nog terug.We kiezen voor de helft: 2,7 km wandelen (en 2,7 km retour) over een prachtige boardwalk met uitzicht op de zee, kliffen, rotsen en surfers. We spieden ook naar dolfijnen, maar helaas, die laten zich vandaag niet zien.
Op een gegeven moment lijkt de zeebries een beetje honingachtig te ruiken, en dat klopt: we zijn in Tea Tree Bay en de bloeiende tea trees geuren heerlijk. Het is een bijzondere eucalyptussoort, omdat de wortels het niet erg vinden om in de zoute nattigheid te staan.
Op de terugweg nemen we zelf een duik in de zee. Nou ja, een duikje, want hier is geen bewaking en er staat een groot bord dat je hier beter niet kunt zwemmen vanwege de gevaarlijke stroming. We gaan niet dieper dan onze knieën, maar zelfs dan voel je het water trekken.
We struinen nog wat door het gezellige plaatsje en gaan weer met de bus naar de camping, waar we samen met een eend een drankje doen. De eend krijgt één chipje.