The west coast is the best coast

Ook al ben je er niet op uit, rijdend door een land kom je allerlei actualiteiten tegen die bevestigen dat reizen je blik écht verruimt. Nou ja, verruimt – in ieder geval is het nieuw. Voor ons.

Zoals alle grote kastelen heeft ook Culzean Castle een lange bouwgeschiedenis. In de middeleeuwen begonnen als eenvoudige woontoren bovenop de kliffenkust, werd het gedurende de opeenvolgende eeuwen steeds iets groter en comfortabeler, totdat de eigenaren, de familie Kennedy, in de achttiende eeuw er zelfs een posh trophy house van maakten: ‘Kijk eens mensen! Dit kunnen wij bouwen! En betalen!’ Zelfs de spelling werd aangepast: Cullean werd Culzean. Maar de Schotten doen niet mee met die gekkigheid: iedereen die wij spreken zegt ‘Cullean’. “Je moet die ‘Z’ vergeten”, verklaren ze laconiek.

Toen in de twintigste eeuw de laatste Kennedy’s kinderloos bleven, en het financieel steeds lastiger werd Culzean te onderhouden, besloot de familie in 1945 het aan de National Trust for Scotland over te dragen. Deze pompte er een hoop geld, energie en expertise in, zodat heden ten dage betalende bezoekers  genietend door het gebouw en over het grote landgoed kunnen dwalen.

Als we in het winkeltje souvenirtechnisch dan toch voor de bijl gaan en Schots geruite enkelsokjes aanschaffen, raken we aan de praat met de kassamedewerker: “The west coast is the best coast”, vindt ze van haar streek. En ze heeft een tip: als je lid wilt worden van de National Trust (voor gratis toegangen in tuinen en kastelen) doe dat dan niet in Engeland maar in Schotland. National Trust for Scotland vraagt geen 72 pond maar 60 pond per jaar. Beide lidmaatschappen zijn geldig in de hele UK.

Robbie in Alloway

Het plaatsje Alloway eert uitgebreid Schotlands nationale dichter Robert (Robbie) Burns. Hij is hier geboren op 25 januari 1759 en overleden aan hartproblemen in Dumfries op 21 juli 1896 (hij werd dus maar 37). Jaarlijks wordt in Schotland (en zelfs ook wel daarbuiten) op 25 januari Burns Night gevierd met een Burns supper, met als vaste ingrediënten haggis en whisky.

Wij kennen Burns van het liedje Auld Lang Syne, maar zijn oeuvre is natuurlijk veel groter. Veel van zijn liedjes waren vrolijk, volks en van een goede kwaliteit.

In het gedenkmonument staan (zitten?) twee standbeelden van personages uit een beroemd gedicht: ‘Tam o’Shanter en Souter Johnie, getting drunk and very happy’. De beelden waren erg geliefd en maakten in de negentiende eeuw een tour door Schotland en het Victoriaanse Engeland. Kopieën ervan werden zelfs in Amerika in verschillende steden tentoongesteld. Vinden we erg grappig, beelden die een tournee maken.

We overnachten in Abington, op Mount View Caravan Park. We mogen zelf een plekje uitzoeken, maar als we de eigenares vragen welke pitch ze ons adviseert, wijst ze resoluut op nummer 52. “Het gaat flink waaien vannacht, en als je hier met je neus in de wind gaat staan, heb je er beslist minder last van.”

Vandaag gereden: 188 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *