Zerotolerance pack voor de driver

Als je bij whiskydistilleerderij Glenlivet in Ballindaloch een kaartje koopt, is de eerste vraag van de kassamedewerker: “Moet u vandaag nog rijden?” Bij een bevestigend antwoord krijg je een ‘drivers pack’ aangeboden voor vier pond. We schaffen er eentje aan, hoewel de uitleg van de medewerker meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Iets met lege flesjes? ‘Zerotolerance pack’ staat op de kassabon die we later tijdens de rondleiding aan het bevoegd gezag moeten tonen.

In het Glenlivet bezoekerscentrum is een expositieruimte waar de geschiedenis van de distilleerderij aan bod komt en ook een winkeltje met een uitgebreide keus aan whisky en aanverwanten. De whisky is in Schotland duurder dan in Nederland – de Schotse overheid weet accijnsgewijs nogal van wanten – dus het kost ons geen moeite om van de koop af te zien.

Rondleider Katie, die onze zestienkoppige groep onder haar hoede neemt, is een aardige vrouw, maar ook streng: we mogen absoluut geen foto’s maken.

De glen (=vallei) van de rivier de Spey is groot, waardoor er in deze streek van oudsher genoeg ruimte is voor veel whiskydistilleerderijen. Omdat de oude Schotten een broertje dood hadden aan belasting betalen, was de whisky lange tijd illegaal. In 1824 kreeg whiskymaker George Smith van whiskyliefhebber King George een licentie om zijn whisky voortaan legaal te produceren. George (Smith dus) deed goede zaken en kon zijn zoon laten studeren. Eenmaal jurist zorgde die zoon dat de naam van de distilleerderij beschermd werd: The Glenlivet heette de whisky voortaan, met ’the’.

The Glenlivet maakt single malt whisky, dat wil zeggen whisky van één distilleerderij. (Een blend whisky is een mengsel van verschillende distilleerderijen.) Een malt whisky is doorgaans wel een mengsel, maar dan uit verschillende vaten.

Katie spuit aan een stuk door weetjes: The Glenlivet maakt 10,5 miljoen liter per jaar, en exporteert 90 procent daarvan. Schotse single malt moet geproduceerd worden in Schotland, is gemaakt van gerst, water en gist en moet minstens drie jaar hebben gerijpt op vat. “Je kunt onze whisky vergelijken met Aretha Franklin”, zegt ze trots. “Met welke band ze ook zingt, je herkent haar stem. The Glenlivet is ook altijd herkenbaar, ook al zijn er veel variaties. ”

Ze gaat door over gemoute gerst, water uit Josie’s well met een hoge pH-waarde (dan wordt het lekker zoet), verhitting, grote houten vaten van 60.000 liter (!) – “locally gemaakt van Oregon pine, met weinig zijtakken, dus weinig knoesten”. En dan heb je na een tijdje “een vrij slechte versie van Belgisch bier”.

Dat ‘biermengsel’ wordt gedistilleerd in grote koperen ketels met een smalle tuit van boven zodat de vloeistof goed kan reageren met het koper. Uiteindelijk rijpt de whisky-in-spé in vaten van Europees en/of Amerikaans eikenhout waar al eerder drank in heeft gerijpt. “Virgin oak whisky is niet lekker.” De malt whisky is een mengsel uit verschillende vaten en het getal op de fles verwijst naar de leeftijd van de jongste whiskycomponent.

We mogen een glaasje whisky uit een vat (‘cask’) proeven. Martijn is de Bob dus ik neem voorzichtig een slokje. Ik schrik ervan: de drank heeft een alcoholpercentage van 60 procent (zestig!) en je voelt in je mond en keel dat het eigenlijk gewoon giftig is. Maar ik ben een uitzondering, de meeste mensen in de groep zijn echte whiskyliefhebbers en smullen ervan. Het is natuurlijk een uniek drankje, nergens te koop.

Met het glas caskwhisky in de hand eindigen we de tour in de ‘drum room’, waar we nog twee soorten whisky proeven, uit een fles. Die vind ik wel lekker. Ik ben niet de enige die het goed smaakt, er is een man die snel het ene na het andere glas achterover slaat met een aplomb alsof híj dat mag – maar de glaasjes zijn uitgeteld voor de zestien deelnemers. Pfff!

Nu komen we te weten wat het ‘drivers pack’ is: een doosje met drie lege flesjes die de driver mag vullen met zijn proefglaasjes, met behulp van een schattig minitrechtertje. We gieten mijn restjes er ook bij en zo hebben we drie volle flesjes.

The Glenlivet doet er alles aan om te zorgen dat de drivers weer veilig thuiskomen:

We overnachten op camping Speyside Gardens in Aberlour. Een ommuurde camping met prima sanitair en uitzicht op de Schotse heuvels waar de schapen grazen.

Vandaag gereden: 90 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *