Schotse dolfijnen zijn rugbyers, Amerikaanse zijn ballerina’s

We kunnen pas om 10.30 uur terecht bij het dolfijnencentrum waar we graag heen willen, dus doden we de tijd bij weer een fabriekswinkel – altijd leuk. Baxters in Fochabers is een fabrikant van conserven, soep, chutneys en jam. Het bezoekerscentrum (Baxters Highland Village) omvat een museumpje, winkels met onder meer proefproducten een restaurant. Zelf vindt Baxters dat het geschikt is voor een dagje uit met het hele gezin, maar dat vinden we iets te veel eer – zo boeiend is het nou ook weer niet.

Dolfijnen en zeehonden

Bij het Scottish Dolphin Centre aan de Spey Bay gaan we op dolfijnen- en zeehondenjacht, want hier heb je de mogelijkheid om vanaf de kust deze dieren te spotten. Helaas, we zien wel een spelende hond in zee, maar verder komen we niet. Maar ontspannen in de zon en wind op het grindstrand zitten en rustig langs de monding van de Spey wandelen is ook fijn.

We sluiten ons aan bij een gratis rondleiding (een vrijwillige bijdrage wordt zeer gewaardeerd) door de Ice Houses, gebouwen waarin zo’n tweehonderd jaar geleden ’s winters ijs werd gestort zodat de vis het hele jaar door op ijs getransporteerd kon worden naar klanten door het hele Verenigd Koninkrijk. Net als bij ijsbergen zie je alleen de top van de ijshuizen boven het maaiveld uitsteken. De rest ligt eronder.

De kelders zijn indrukwekkend groot, en de video’s die op de wanden worden geprojecteerd gaan (uiteraard) over natuurbescherming, ecologie en educatie. De gids vertelt boeiend over de dolfijnen in deze wateren. Het zijn rugbyers, zegt ze. In tegenstelling tot de dolfijnen in Florida waar ze veel eleganter en slanker zijn; dat zijn ballerina’s. Dat heeft te maken met de watertemperatuur: de Schotse tuimelaars hebben een flinke vetlaag nodig om in het koude water te kunnen leven.

De dolfijnenpopulatie wordt nauwgezet geobserveerd en het gaat goed: er komen steeds meer dieren bij en ze gaan sociaal met elkaar om. Zo gaat een jong normaal gesproken na een jaar of vijf zijn eigen weg, dan heeft de moeder alles aan haar kind geleerd, maar hier trekken een moeder en haar twaalfjarige zoon nog geregeld samen op.

Vlakbij het dolfijnencentrum is een camperplaats bij de Spey Bay Golf Club – met een prachtige serviceplek. We vragen bij de beheerders of we, eventueel tegen betaling, mogen lozen en tappen, en dat is geen probleem. Betalen niet nodig. Dat lucht op, na een nachtje Britstops.

Wolfabriek

In Elgin is de wolfabriek Johnstons of Elgin gevestigd, met een bezoekerscentrum met expositie en uitleg, een souvenir- en een kledingwinkel, restaurant en een parkeerplaats waar voldoende ruimte is voor bezoekende touringcars.

We volgen de rondleiding door de fabriek waar we het hele proces van ruwe wol tot geweven eindproduct te zien krijgen. De rondleiding is boven verwachting interessant, je mag zelfs tussen de machines door lopen (wel voor de veiligheid binnen de gele lijnen blijven). We krijgen oordopjes, kijken de vakmensen op de vingers en mogen voelen hoe zacht kasjmier nou eigenlijk is. Helaas mogen er geen foto’s worden gemaakt, onder andere omdat Johnstons zowel voor zichzelf als voor andere wolmerken produceert, en er in de fabriek al twee seizoenen vooruit gewerkt wordt. We zien dus kleuren die in 2021 hot en happening zullen zijn (onder andere (spoiler alert) opvallend veel oranje – maar het is natuurlijk een momentopname). Ook de bekende Burberryruit is weer helemaal terug van weggeweest.

Johnstons betrekt zijn wol van ver – je zou zeggen dat ze met al die schapen hier niet zo veel moeite zouden hoeven doen. Maar dus wel: de zachte kasjmier komt van de halzen en buiken van geiten uit Mongolië, Tibet, Iran en Afghanistan, de vicuna komt van eigen farms in Peru, de kameelwol uit China, de alpaca ook uit Peru en de merino lamswol uit Australië en Nieuw-Zeeland. In het bezoekerscentrum liggen plukken wol zodat je kunt voelen hoe zacht het allemaal is. Behalve dan vicunawol, want die is zo zeldzaam en duur dat hij telkens gestolen wordt.

In 2008 zijn Charles en Camilla langsgeweest bij Johnstons. We bekijken de trotse foto en verdraaid, we herkennen hun outfits! 8 april 2008 was vast een drukke dag voor ze. Waar zouden ze nog meer geweest zijn?

We overnachten weer bij een Britstop: Wester Hardmuir Fruit Farm. We staan op de parkeerplaats van deze fruitteler in Nairn met uitzicht op de tunnelkassen. Morgenochtend kunnen we ons eigen fruit plukken.

Vandaag gereden: 67 km

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *