Glücksburg en Flensburg: Duits, maar ook Deens

Na een fantastische douche (handdouche én regendouche, dat wil ik thuis ook!) en nog even snel mijmeren bij een spiegelgladde Oostzee rijden we richting Schloss Glücksburg in het gelijknamige stadje.

Zonsopgang boven een gladde Oostzee
Onderweg naar Glücksburg

Schloss Glücksburg

Het slot heeft een ruime (betaalde) parkeerplaats, dus geen zorgen bij het zoeken van een plekje. Schloss Glücksburg is een waterburcht uit de 16e eeuw, op een eilandje in een grote kasteelvijver.

Schloss Glücksburg zoals het ziet als je van parkeerplaats naar slot wandelt

Het kasteel is eigendom van een stichting die is opgericht door de hertogelijke familie van Schleswig-Holstein, nazaten van Johann de Jongere die het kasteel 440 jaar geleden heeft laten bouwen. Een bezoek aan het slot is wel de moeite waard, maar ook weer niet heel érg de moeite waard. Bezoekers moeten grote zachte sloffen over hun schoenen aan om de geboende parketvloeren niet te beschadigen, waardoor mensen als een soort schaatsende eendjes door de zalen schuifelen, bang om uit te glijden. Als je je niet zo instabiel voelde, zou het grappig zijn. Het kasteel wordt verhuurd voor evenementen zoals bruiloften en verjaarspartijtjes, en het lijkt alsof daar alle aandacht naartoe gaat. Er zijn wel schilderijen, meubels, serviesgoed en wandtapijten met verhalen, maar die verhalen blijven onduidelijk want er zijn nauwelijks informatiebordjes.

Zo zou een diner in 1902 er uit gezien kunnen hebben

Flensburg

Vlakbij Glücksburg ligt Flensburg, waar we een rondleiding krijgen van stadsgids David. We parkeren op de grote openbare betaalde parkeerplaats bij de haven, hoewel dat niet helemaal goed voelt omdat de parkeervakken een stuk korter zijn dan onze lange buscamper. Later komen we erachter dat Parkplatz Exe veel grotere plekken heeft, en bovendien gratis is. 

Haven van Flensburg aan Flensburger Fjord

Flensburg was tot de Duits-Deense oorlog in 1864 een Deense havenstad, maar sindsdien Duits. In 1920, nadat Duitsland de Eerste Wereldoorlog had verloren, mochten de inwoners van Flensburg zich uitspreken in een referendum: wilden ze Duits blijven of (weer) Deens worden? Doe maar Duits, zeiden de Flensburgers, en nog steeds is dat wat ze willen. Duits zijn heeft voordelen, qua belastingen en algemeen prijspeil. Bovendien hebben de etnische Denen geen reden tot klagen: er zijn Deense scholen en bibliotheken, een Deense krant en Deense winkels. De gemeentelijke politieke partij SSW Flensburg die aansluiting bij Denemarken in het partijprogramma had staan, heeft die wens in de jaren 1960 losgelaten. Momenteel zijn ze wonderlijk genoeg de grootste fractie in de gemeenteraad omdat ze “harmlos” zijn, zegt David. Zowel Duitsers als Denen stemmen op de SSW om een tegenwicht te bieden tegen de populisten.

We wandelen met David langs de haven, stoppen even bij de Nordertor en slenteren door de Norderstrasse, waar, zoals in veel steden in de wereld, kabels met hangende schoenen boven de straat voor een speels raadsel zorgen.

Nordertor uit 1595 met wapenschilden van koning en stad

Hangende schoenen van Flensburg

Tussen de Norderstrasse en de langgerekte haven zijn veel besloten hofjes. In de 18e eeuw waren het ‘handelshofjes’, met werkplaatsen, opslagplaatsen, stallen en woningen, nu zijn er alleen nog woonhuizen (en airbnb’s) en doen bewoners hun best er kleine paradijsjes van te maken. 

Handelshof uit de 18e eeuw

Flensburg is een gezellige dynamische stad, met veel historie, leuke horeca en allerlei winkeltjes. Hoewel onze gids David vooral een voorliefde heeft voor stadsverwarming, tweedehands kleding, openbare toiletten en het aanprijzen van rum (Flensburg heeft een rijk Caribisch rumverleden, er zijn rummusea en gratis-rumproefwinkeltjes), en zich boos maakt over lelijk gerestaureerde huizen – zo boos, dat hij wel eens scheldkanonnades van bewoners naar zijn hoofd geslingerd heeft gekregen, zodat hij nu vooral zachtjes boos is – pikken we toch genoeg van hem op om de stad te waarderen. En dat in het Caribisch gebied veel gebouwen zijn opgetrokken uit Flensburger bakstenen omdat die als ballast dienden bij de rumvaart? Dat is nog eens een leuk weetje. De voorlopers van die bakstenen zaten ook in Waldemars muur, gisteren. Zo komt alles weer samen.  

Braasch rummuseum en -winkel in de Rote Strasse

Kruså

We overnachten vandaag op de camping in het Deense Kruså, waar de nieuwe eigenaars hun uiterste best doen om na jaren verwaarlozing (“die vrouw deed helemaal niks!”) en corona de boel weer op te kalefateren. Ruime, rustige en sfeervolle camping, het sanitair is netjes opgeknapt en je ziet dat het binnenkort helemaal goedkomt. 

Prima plekje

Vandaag gereden: 36 km