Water waar je niet én wel in wilt

De rit naar Olympia (jaha, van de Olympische Spelen!) gaat over kronkelige berg- en kustwegen, dus voor vandaag hebben we verder geen woeste plannen. We komen langs Methoni (dat samen met Koroni ‘De ogen van Venetië’ vormde) en maken uit de verte wat foto’s.

Over Pylos staat in de NKC-routebeschrijving dat het een mooie plaats is voor een koffiestop. Maar dan moet je er wel kunnen parkeren en dat lukt ons niet. Dus: een foto uit de verte.

Tussen Filiatra en Kiparissia rijden we langs een tomatenboerderij. Even kijken of we tomaten kunnen kopen. Met onze drie woorden Grieks en handen en voeten maken we duidelijk dat we tomaten willen. Dat kan, en Martijn verzamelt een zakje. Dan doet de tomatendame er nog een handje bij. En nog meer, en nog meer. O, nou, oké. Martijn trekt zijn portemonnee om te betalen, maar daar willen ze niets van weten. Nee nee, we kríjgen de tomaten. Met een kilo of vier tomaten vertrekken we hevig dankend en zwaaiend. Komt wel op.

De reis gaat voorspoedig en we zien op de kaart dat we langs thermale baden komen, de bronnen van Kaiafa. De bronnen waren al in de oudheid bekend, en sinds 2000 zijn ze in overheidshanden. Daarvoor werd het complex door private partijen geëxploiteerd. Mmm, een beetje wellness, dat lijkt ons wel wat. Op internet vinden we dat een badje 20 minuten duurt – dat is een mooie tijdsspanne.

Het kost wat moeite om de juiste gebouwen en waterpartijen te vinden, maar na enig vragen komen we aan op de goede plek. Bij het uitstappen worden we overweldigd door een diepe zwavelige rottingslucht, en het is buiten nog bloedheet ook, een graad of 34. De twijfel slaat toe, maar we zijn er nu, dus laten we toch maar even gaan kijken.

Drie frisse witgejaste dames verwelkomen ons en vertellen dat ze verpleegkundigen zijn. Het is echt een therapie-kuuroord, geen wellness. We kijken even bij het zwavelbad, maar daar is het niet uit te houden zo onaangenaam. De stank is niet het enige, het ergste is de hitte. Het bad is in een soort glazen kas gebouwd die alleen onderaan ventilatiespleten heeft. Het is er ver over de 40 graden. In de hoek staat een plastic stoeltje waarin een keukenklokje achteroverleunt, en waarop je je 20 minuten kunt bijhouden.

Blij dat we dit water niet in hoeven, kijken we of er leven is in de stinkende beek waarnaast we de camper hebben geparkeerd. Wat schetst onze verbazing: het stikt er van het leven! Er zwemmen allemaal schildpadden! Nooit geweten dat die tegen zwavel kunnen.

Camping Alphios ligt op een heuvel boven het dorp Olympia. We worden hartelijk ontvangen door de moeder van de campingeigenares, die ons een plattegrondje geeft van de omgeving en uitlegt hoe we morgen moeten lopen als we naar de opgravingen gaan. Ook hier hebben we weer te maken met een familiecamping. Ooit begonnen als een soort hobby door papa Papadopoulos (sorry, die moest even) is hij nu in de professionele handen van Elia, die ook nog een olijvenboomgaard heeft, en nog een bedrijf én drie kinderen onder wie een tweeling van vijf. “Ze heeft het vrij druk, en daarom help ik haar in de zomer”, zegt mama Papadopoulos. Maar mama heeft het ook druk, want er zijn nog drie volwassen dochters met kinderen die wel een helpende hand kunnen gebruiken.

Vanaf onze plek hebben we uitzicht op het zwembad dat ietsje lager ligt. Dit is nou water waar we wél graag ingaan.

Vandaag gereden: 157 km

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *