Timmerman Ewald Lehmann is in de timmerwerkplaats van het openluchtmuseum Vogtsbauernhof heer en meester in zijn eigen universum van zelfmaak houten sier- en gebruiksvoorwerpen. Als bezoeker kun je een workshop bij hem volgen en trots vertrekken met je eigen geknutselde product. In Martijns geval een sleutelrekje, terwijl ik me aan een handzaagje waag.

Dit geknutsel en getimmer is helemaal waar het museum voor staat: geschiedenis die je kunt beleven en aanraken. Het Vogtsbauernhof is gesticht in 1964 en daarmee het oudste openluchtmuseum in de regio. Het is genoemd naar de eerste aanwinst, een typische Schwarzwalder boerderij die toen nog bewoond was.

De bewoonster bleef nog een tijdje in haar huis wonen, maar op een gegeven moment werd ze het toch zat dat bezoekers haar ook als een museumstuk beschouwden en verhuisde ze naar een modern appartementje, waar ze nog jarenlang bleef verzuchten dat ze dat veel eerder had moeten doen: qua douche, fornuis en centrale verwarming.

Er zijn dagelijks gratis rondleidingen in het museum, en vandaag treffen we Brüni Schweizer, die uitlegt waarom er hier momenteel geen vrouwen met rode bolletjeshoeden rondlopen. Die hoeden zijn officieel alleen voor ongetrouwde vrouwen uit de dorpen Gutach, Kirnbach en Hornberg, en zij zijn scholier, student of aan het werk. “Maar in het weekend weten we er wel altijd een paar te strikken”, lacht ze. Getrouwde vrouwen dragen hoeden met zwarte bollen, maar die zijn lang zo leuk niet. Die hoeden dus.

Ze strooit met weetjes over de Schwarzwalder hoeves waarbij mens en dier onder één dak woonden, maar waar meestal geen schoorstenen in zaten zodat de rook alle schimmels en ongedierte in het rieten dak kon bestrijden. “Vrouwen, die veel binnen werkten, stierven zo rond hun 45e aan een longziekte, waarschijnlijk kanker.” Ze schudt haar hoofd: “Mensen hadden geen benul.”
Pannendak boven de deur, had je met brand nog een kans Slaapkamer Stube met kachel (dat groene gevaarte rechts)
We struinen hoeve in en molen uit, en ronden af met bezoekjes aan de schapenwei, het winkeltje en het restaurant.
WC’s in alle soorten en maten, letterlijk
Duravit in Hornberg maakt ondermeer toiletpotten. Dat kun je niet missen.

Deze eyecatcher van het Duravit Design Center is ontworpen door de Franse designer Philippe Starck, die ook meer gangbare formaten Duravit-sanitair op zijn naam heeft staan.
We krijgen een rondleiding van Paola Grisafi die ons door het vier verdiepingen tellende gebouw voert. Hier is geen museum, maar er zijn wel alle mogelijke soorten sanitair, en ook hier kun je op afspraak gratis badkamers – en zelfs sauna’s – uitproberen. En als je een wc wilt testen die je met warm water en warme lucht schoonwast na een wc-bezoek? Ga dan naar het toiletblok op de tweede verdieping – afspraak niet nodig.
De geschiedenis van Duravit gaat terug tot 1817, toen Georg Friedrich Horn een kleine keramiekfabriek oprichtte. In de buurt werd kaolien gedolven, een zuivere kleisoort die gebruikt wordt om porselein een witte glans te geven. Vanaf het begin van de 20e eeuw maakte de fabriek ook keramisch sanitair.

De Grote WC-pot blijkt een uitzichtplatform, en in de verte zien we de ruïne van Schloss Hornberg, waar we hierna naartoe gaan.

Minstreels en nazi’s in het kasteel
Schloss Hornberg ligt hoog boven het stadje, en alleen al om het uitzicht is het de rit waard.

We worden historisch zeer verantwoord rondgeleid door stadsgids Rosemarie Götz, die alle relevante jaartallen tussen 1100 en nu treffend in haar verhaal weet te vlechten.
Er is helaas niet veel meer over van de burcht die rond 1100 is opgericht om de handelsroute door de vallei in de gaten te houden, alleen de kruittoren staat er ironisch genoeg nog.

Het kapelletje is een eerbetoon aan Bruno van Hornberg, een beroemde minstreel die rond 1300 in de burcht woonde. Nu is het een geliefde trouwlocatie voor mensen uit de regio.
In de nazitijd stonden er op deze heuvel nog wat meer gebouwen, en hadden de Nationaal-Socialisten (afgekort N.S., vinden wij heel grappig) hier een trainings- en spionagecentrum. Daar willen we natuurlijk veel meer over weten, maar het was allemaal geheim, zegt Rosemarie, en ze brengt het gesprek vastberaden weer op de liedjes van Bruno en een adellijke dame die hier jaren opgesloten heeft gezeten.
We maken nog een verrassend wandelingetje rondom de heuvel.
Rosemarie wijst ons op het openluchttheater in het dal, waar elk jaar onder meer een toneelstuk over het ‘Hornberger Schiessen’ wordt gespeeld. ‘Hornberger Schiessen’ wil zoveel zeggen als ‘veel geschreeuw en weinig wol’, en in het toneelstuk wordt de herkomst van deze algemene Duitse uitdrukking verklaard.

We rijden nog even naar het theater en nemen de toegangsdeur aan de linkerkant, die inderdaad open is, zoals Rosemarie al heeft uitgeduid.
Vanuit Hornberg is het ongeveer 9 km naar de camperplek die hoort bij het diep in de heuvels gelegen Hotel Schöne Aussicht. Een ietwat verwarrende naam, want het hotel ligt tussen de hoge bomen, dus daar moet je van houden, qua uitzicht. Waarschijnlijk is het hotel er langer dan de bomen. Iets verderop is het zicht wel weids, en je kunt van hieruit heerlijke wandelingen maken.
Je kunt ook eten in het restaurant van het hotel, en iedere ochtend is er een uitgebreid ontbijtbuffet waar ook de campergasten welkom zijn.
Vandaag gereden: 41 km