We gaan naar het strand. Met de camper. Met de camper het strand op dus! We vinden het wel een beetje spannend, want wat als we wegzakken? Maar aan de andere kant, je kunt gewoon afkijken hoe anderen het doen, en dan zal het ons ook wel lukken.
Maar eerst moeten we weg van Sylt. We vertrekken vroeg van de camping – de douche was goddelijk, ik had er zelfs een met een elektronisch display waarmee ik de keuze tussen hand- of stortdouche kon aantippen – en nemen de oostelijke route langs Westerland zodat we niet in stoplichtfiles terechtkomen.
We hebben weer de boot van 9.30 uur, maar het is drukker dan gisteren. Als een soort tetrisspel wordt de boot auto voor auto geladen, op een gegeven moment moet er zelfs een vrachtwagen ver van achteren komen om zijn plekje op het autodek in te nemen.
Als we ter hoogte van Rømø varen ontwaren we met de telelens een strand met campers. Ja, daar is het!
Het gemoedelijke eiland Rømø
Eenmaal op het Deense waddeneiland Rømø willen we het liefst meteen het strand op. Dus spoeden we ons naar het Sonderstrand (Zuiderstrand). Wat een verschil met Sylt, waar je na een eind lopen je portemonnee moet trekken om het strand op te mogen; hier blijf je gewoon rijden, ook als de weg ophoudt rijd je door. Bizar, maar leuk bizar.
Clemens Kirke
Om ook nog een beetje cultuur op te snuiven vandaag bezoeken we de Clemens Kirke, een kerk gewijd aan Sint Clemens, de schutspatroon van vissers. Het vriendelijke kerkje stamt oorspronkelijk uit 1200, maar is dankzij economische voorspoed op Rømø door de walvisvaart in de 17e en 18e eeuw flink uitgebouwd. Op de begraafplaats liggen niet alleen schippersfamilies uit Rømø, maar ook Duitse en Britse vliegeniers uit WOII, de een nog jonger dan de ander. Met de oorlog in Oekraïne in het achterhoofd komt dat extra hard binnen.
De vissers die dankbaar waren voor een behouden thuisvaart schonken de kerk zorgvuldig gemaakte miniatuurschepen, die aan het plafond werden gehangen.
Wat we deze trip nog niet gedaan hebben, is een hike. Je kunt ook wandeling zeggen, maar hike klinkt stoerder. We hiken dus naar Spidsjberg, een 18 meter hoge heuvel op Rømø, waar je een mooi uitzicht hebt over het eiland. Vanaf de parkeerplaats is het makkelijk: de zwarte pijltjes volgen en na 2 x 800 meter zijn we weer terug bij de camper. Maar we missen wat pijltjes en de wandeling (sorry, hike) wordt een kleine 4 km. Geeft niet, maar wel dom dat we geen water mee hebben.
Winkelcentrum Lakolk
In Lakolk heeft zich een heuse mall tegen de duinen gevlijd: een winkelcentrum met kleding- en souvenirwinkels, een supermarkt en eettentjes. Waarschijnlijk is shoppen hier een populaire slecht-weer-activiteit. Vandaag is het mooi weer, de drukte valt mee en concentreert zich vooral rond de ijssalon.
We realiseren ons opeens dat het de laatste dag is, en dat we nog geen visbroodje hebben gegeten, wat toch typisch Deens is. Maar helaas, een viskraam zien we niet, wél een hotdogkraampje. Da’s ook Deens, dus we bestellen de reguliere Deense hotdog. Hij ziet er nogal synthetisch uit, maar we smullen ervan.
Strand van Lakolk
Het strand van Lakolk is enorm breed. Volgens Google maps is het 750 meter, maar het lijkt meer. Ook hier gaat de weg soepeltjes over in strand. De ondergrond is hard, maar door de harde wind stuift het behoorlijk waardoor je opeenhopingen van zacht zand krijgt. We rijden een eind het strand op, maar houden met argusogen de routes van andere campers in de gaten.
Je mag maximaal 30 rijden, maar dat is heel hard. We doen het dus niet en laten het over aan de terreinauto’s. Het grappige van dit strand is dat er geen badgasten te voet zijn, alleen fietsers en automobilisten.
We lopen naar de zee en zien onderweg hoe een golfje GTI zich hopeloos vastrijdt in rul zand. Maar er rijden hier genoeg AWD-auto’s rond, komt wel goed.
Walvisbottenhek
We hebben tijd voor nog één bezienswaardigheid: het walvisbottenhek bij Juvre. Rømø was vroeger een eiland van walvisvaarders én het eiland had altijd te kampen met een houttekort. Slimme oplossing: de beenderen van de walvissen gebruiken als bouwmateriaal. Een van de toepassingen was voor tuinhekken. Er waren verschillende tuinafscheidingen van walvisbotten op Rømø, maar er is er nu nog maar eentje over, die bij Juvre. Deze stamt uit 1772 en was oorspronkelijk een stuk langer. Maar beenderen vergaan, dus wat er nu nog over is wordt beschermd met een afdakje. De botten zijn de kaakbeenderen van Groenlandse (balein)walvissen die tussen Spitsbergen en Groenland zijn gevangen.
Onderweg naar de dam treffen we een boerenkraampje langs de weg. We hebben nog contante Deense kronen dus we kunnen onze slag slaan.
De camping van vandaag is Ballum Camping (vlakbij het dorpje Ballum ja) van de Nederlandse Linda en Klaas de Weerd. We worden hartelijk ontvangen door Linda die vertelt dat ze nu de zesde zomer ingaan en dat ze het heerlijk vinden om in Denemarken te wonen. We krijgen een rustige plek toegewezen, niet ver van het sanitair, en kunnen nog even in de zon zitten met de luifel uit. Hier waait het niet.
Na het eten spelen we nog een potje tafelvoetbal waarbij ik roemloos ten onder ga. Martijn was vroeger zo’n jongetje dat tafelvoetbalde, ik was zo’n meisje dat de lol er niet van inzag. Nu wel, maar nu kan ik zijn voorsprong niet meer inhalen.
Vandaag gereden: 74 km