Vandaag en morgen staan in het teken van vuurtorens: vandaag de Lista fyr en de Varnes fyr, en morgen de Lindesnes fyr, die op de zuidkaap van Noorwegen staat
Bij de vuurtoren van Lista, de Lista fyr, ontmoeten we vogelaar Jonas en directeur Pål Hals. Jonas weet alles van vogels: vogeltrek, vogels ringen en vogelobservatie. Pål runt dit hele vuurtorencomplex en weet alles van de geschiedenis en actualiteit ervan; hij is trouwens ook camperfan. Maar daarover later meer.
Gletsjers in de ijstijd
De geschiedenis van de vuurtoren begint lang geleden, namelijk in de laatste ijstijd, vertelt Pål. Er lagen toen gletsjers van drie kilometer dik op Noorwegen. Toen de gletsjers smolten en langzaam naar de kust bewogen, stuwden ze eindmorenen naar de kust. Dat zijn alle rotsen en stenen die er nu nog zijn. Veel rotsen liggen vlak onder het wateroppervlak, en door de combinatie met de sterke stroming en harde wind die hier vaak staat (dat hebben we gemerkt gisteren, en trouwens, vandaag ook) is het varen hier gevaarlijk. De zeebodem voor de kust ligt dan ook bezaaid met scheepswrakken.
Een vuurtoren moest uitkomst bieden voor de schepen die zich hier waagden. Maar omdat langs deze kust wel meer vuurtorens stonden, raakten de zeelui in de war. Daarom werden er in 1853 nog twee vuurtorens bij gebouwd, de ‘twin towers’. Toen stonden er dus drie. Drie lichten vlak bij elkaar: dat was Lista, wisten de zeevarenden.
De ontwikkelingen stonden niet stil en in 1873 kon in de hoofdvuurtoren een draaiende set lenzen geïnstalleerd worden waarmee het vuurtorenlicht een eigen karakter kreeg en leek te knipperen. Omdat alle vuurtorens langs de kust zo’n eigen karakter kregen en in een specifiek ritme knipperden, konden ze van elkaar onderscheiden worden. De twin towers waren nu overbodig. Ze werden afgebroken en de stenen werden hergebruikt voor andere gebouwen en het muurtje dat hier nog steeds staat.
Borrelen bovenop de vuurtoren
De Lista fyr maakt deel uit van een complex aan gebouwen omdat er vroeger een hele gemeenschap aan mensen in en rond vuurtorens werkten en woonden. De gebouwen hebben tegenwoordig een andere bestemming gekregen: er zijn informatiecentra voor toerisme en vogelobservatie en er is accommodatie voor gasten: lighthouse lodging. Als je hier logeert krijg je de sleutel van de vuurtoren en mag je er na sluitingstijd in en op.
Vogelaars
Naast toeristen verblijven hier ook vogelbeschermers uit de hele wereld. Want die woeste kust mag dan gevaarlijk zijn voor schepen, voor vogels is deze omgeving vol wetlands een paradijs. Trekvogels foerageren hier voor ze verder vliegen. De teller staat momenteel op 388 verschillende soorten vogels, het hoogste aantal in Noorwegen. “Vroeger dacht men dat wetlands nergens goed voor waren”, zegt Pål. “Maar nu wordt het landschap gelukkig wel gewaardeerd en sinds 1975 is het een beschermd gebied. Natuur, toerisme en de agrarische sector bestaan naast elkaar.”
Vogeltrekroutes en windmolens
We staan bij een radar die onvermoeibaar rondjes draait. Die traceert vogels, vertelt Jonas. “Hij kan vogels onderscheiden, maar komt jammer genoeg niet verder dan: grote vogel en kleine vogel. Maar we kunnen wel goed vliegroutes in kaart brengen.” En daarmee heb je feiten, legt Pål uit. “Die hebben we nodig want er worden hier windmolenparken gebouwd. Als je weet hoe de vogels vliegen, kun je plekken uitzoeken waar de vogels er de minste last van hebben.” Er is wel controverse over in Noorwegen, want er zijn mensen die zeggen dat de vogelwachters zodoende samenwerken met de windmolenbouwers en heulen met de vijand. Er moeten gewoon geen windmolens gebouwd worden. Maar volgens Jonas en Pål is dat een gepasseerd station.
Dagelijks vogels tellen
We nemen nog een kijkje in de vogelkijkhut. Hoewel, hut… het is een robuust gebouw met een stevige betonnen vloer. Het kan hier spoken, maar binnen zit je altijd beschut. “De beste vogelhut van Noorwegen”, zegt Jonas trots. Hier worden tussen 15 maart en 15 november dagelijks gedurende drie uur vanaf zonsopgang vogels geteld door zowel vrijwilligers als beroepskrachten. “Even verderop is ook een bosje waar we vogels in netten vangen om ze te ringen, maar vandaag waait het te hard.” Dat is jammer, we hadden het graag gezien. Overigens vangen ze hier nooit opnieuw de vogels die ze zelf geringd hebben. “Vogels zijn slim, die laten zich geen tweede keer pakken.”
De vuurtoren op
De vuurtoren is in het laagseizoen geopend tussen 12 en 16 uur, en in het hoogseizoen tussen 10 en 20 uur. Je kunt de toren boeken voor een half uur. We krijgen de sleutel en klimmen omhoog. Je kunt tot vlak bij de draaiende lamp komen en het uitzicht vanaf de omloop is fenomenaal.
Campers? Graag!
Wat Pål heel graag gezegd wil hebben, en schrijf dat alsjeblieft op: je mag hier gewoon met de camper parkeren. “Er staat een nogal vinnig bord op de parkeerplaats dat camping verboden is, maar dat bord is van de gemeente. Wij van de vuurtoren maken geen onderscheid tussen personenauto’s en campers. Je mag parkeren, overnachten, gebruik maken van de wc’s, dat is allemaal geen probleem. Alleen campinggedrag willen we liever niet hebben.”
Vita Velo e-bikes
Je kunt bij de Lista fyr fietsen huren om uitgestippelde routes te fietsen. We zijn blij dat we e-bikes hebben, want de vijftien kilometer lange tocht (en terug, dus dertig kilometer) naar Varnes fyr trotseert inclusief de wandeling naar de vuurtoren volgens Strava toch een hoogteverschil van 630 meter.
De e-bikes zijn fantastisch: stevig, comfortabel geveerd en met een bijzonder krachtige motor. De prachtige fietstocht gaat grotendeels over onverharde paden door wetlands, bos, langs weilanden met brave koeien en ook kleine stukken over de gewone weg.
Hiken naar Varnes fyr
De laatste kilometer naar de vuurtoren moeten we lopen over een smal en geaccidenteerd pad. We laten de fietsen en helmen achter en starten de hike. Die voert ons door wetlands, mét vlonderpad, door het bos, waar we stoere schapen tegen komen, en langs de rotsige en winderige kust. We zijn blij met onze stevige wandelschoenen.
Het vuurtorentje van Varnes stamt uit 1836 en is in 1950 verlaten. De gebouwen waar het vuurtorenwachtersgezin, de assistent en de huishoudster woonden zijn toen afgebroken. Stoere plek om te wonen en werken: over land is het een eind klauteren en de route over zee is nogal weersafhankelijk.
Spijt!
Als we de fietsen weer inleveren bij het fietsendepot van Lista fyr, zegt Pål dat we bij de vuurtoren kunnen overnachten, hij biedt ons zelfs de sleutel van de toren aan, maar we willen al een stuk rijden richting Lindesnes zodat we morgen niet zo ver hoeven. We overnachten in Bobilcamp Farsund (sitecode Campercontact 13913), aardige plek aan de oever van het fjord, maar we hebben achteraf toch spijt dat we niet in Lista zijn gebleven. Dat zou bij nader inzien wel heel speciaal zijn geweest.
Komt bij dat de douches van deze best dure camperplaats iets van anderhalve kilometer lopen verderop in de jachthaven zijn. We voelen ons enigszins genept.
Vandaag gereden: 27 kilometer