Op onze rit naar Lindesnes overrulen we de route die Google Maps voorstelt. Dat is niet voor het eerst, de navigatie stuurt ons hier geregeld kleine en zelfs onverharde wegen op die wij met de grote Dethleffs niet aandurven. Maar hé, wij hebben een papieren kaart van het gebied!
Niet-officiële camperplaats op de Zuidkaap
Het parkeerterrein bij de vuurtoren van Lindesnes, de Zuidkaap van Noorwegen, is tevens een overnachtingsplaats voor campers. Het is geen officiële camperplaats, want dan zou er volgens de Noorse wetgeving minimaal vier meter afstand tussen de campers moeten zijn en vaak staan de campers dichter bij elkaar. Je mag voor 300 kronen overnachten, en dat is dan inclusief twee toegangskaarten voor het museum en het terrein rond de vuurtoren.
Buiten openingstijden mag je gratis op het vuurtorenterrein rondlopen. Je kunt online tickets kopen, maar het kan ook ter plekke. Nu in het laagseizoen wordt veel aan je eigen fatsoen overgelaten. Er is niemand die controleert of je daadwerkelijk betaalt.
Vuurtorenwachter Morten
We krijgen een rondleiding van vuurtorenwachter Morten, hij is een van de twee beheerders van het complex. Zijn Engels is naar eigen zeggen een beetje rusty, maar we hebben de tijd.
Van Zuidkaap naar Noordkaap
De Noordkaap is echt Een Ding, maar deze Zuidkaap timmert ook steeds meer aan de weg. Er komen hier zo’n 80.000 bezoekers per jaar, het record ligt op 2000 per dag, ergens in 2021.
De route van de Zuidkaap naar de Noordkaap is een geliefde uitdaging voor hikers en bikers. Vooral voor de wandelaars is de route van 2518 kilometer door het binnenland van Noorwegen een bijzondere prestatie die hen ongeveer een half jaar kost. “De fietsers rijden vaak langs de kust, via route 1”, zegt Morten. Dit jaar is er veel sneeuw gevallen en starten de lopers later dan normaal. “Twee weken geleden nog, een Nederlands stel op huwelijksreis.”
De eerste vuurtoren op deze klif stamt uit 1656 en staat er gedeeltelijk nog: het is het zeskantige gebouwtje op het hoogste punt. Het vuur werd gestookt op hout en later steenkool en de nissen onderin zorgden voor toevoer van verse lucht.
De huidige vuurtoren is in 1915 gebouwd, waarbij de gietijzeren top van de oorspronkelijke zeskantige sokkel is hergebruikt op de nieuwe basis. “Alle vuurtorens in Noorwegen functioneren nog”, vertelt Morten. “Als een soort back-up.” De lens van deze vuurtoren is van Franse makelij en is uit 1854.
In de vuurtoren is een fototentoonsteling te zien van alle Noorse vuurtorens van ijzer.
De toren op
We klimmen omhoog en bewonderen de ledlampen (een werkende en een reserve) en de draaiende lens die wordt aangedreven door een kleine elektromotor. Het is een fractie van de energie in vergelijking met het kolenvuur van vroeger. De code van deze vuurtoren is elke twintig seconden een flits. “Niet echt een flits, maar het lijkt zo door de draaiende lenzen.”
Het uitzicht vanaf de omloop mag er zijn, je overziet mooi het hele complex. Vroeger woonden en werkten er hier drie gezinnen. “De vuurtorenwachter had het grootste huis en de beste stukjes grond voor vee en een moestuin.”
Op het punt waar de vuurtoren staat is het meestal erg winderig, maar iets lager op de helling zorgden de rotsen voor beschutting voor de bewoners. En nu voor de bezoekers.
Loeiende misthoorn
Naast de vuurtoren staat een gebouwtje waar de misthoorn en de compressors daarvoor gehuisvest zijn. Ook de reservegenerator voor het geval de stroom uitvalt staat hier. De misthoorn wordt niet meer officieel gebruikt, maar wel voor de lol: van maart tot oktober laten ze hem iedere zondag om 12.00 uur toeteren. “En voor bruiloften en andere feestelijke gelegenheden.” Een maand geleden zijn ze met drie medewerkers begonnen met een opleiding misthoorn-toeteren, vertelt Morten. “En we leren hoe we hem moeten onderhouden. Er bestaan geen gebruiksaanwijzingen, we filmen onze docent zodat we later de filmpjes terug kunnen kijken.”
Morten toont ons de koperen cilinders waardoorheen de lucht wordt geperst. “2000 liter lucht per keer.”
Deze misthoorn is de enige in Noorwegen die nog functioneert. “Het is een enorme herrie en je voelt de vibraties in je lichaam, zo laag is het. En je kunt vanaf hier de reacties van de mensen op zee zien, erg grappig.”
De Fjellhallen in de rotsen
We bezoeken de Fjellhallen, het museum- en theatercomplex uit 2003 dat in de rotsen is gemaakt. Het is geen overbodige luxe om deze gebouwen ondergronds te situeren, want in 1998 heeft een grote storm hier veel gebouwen verwoest.
Sporen uit de Tweede Wereldoorlog
De Duitsers hebben in de Tweede Wereldoorlog de vuurtoren ingenomen en hier een fort gebouwd met kanonnen. Je kunt door tunnels en loopgraven lopen. In een van de grote tunnels is een fototentoonstelling van alle Noorse vuurtorens ingericht, dus niet alleen die van ijzer.
Ook hier in Lindesnes is de invloed van de HNL-ferry merkbaar, vertelt Morten. “Er zijn veel meer Nederlandse campers dan vroeger. En soms komt er een bus vol bezoekers die de minicruise doen, en die ervoor kiezen in hun halve dag Noorwegen vanuit Kristiansand hiernaartoe te gaan. Goed idee.”
Zonsondergang
’s Avonds klimmen we de rotsen naar de vuurtoren weer op om de zonsondergang te zien. En ja, die is sprookjesachtig mooi, maar we zijn flink moe en gaan tegen half elf richting camper om te slapen. De schemering duurt hier eindeloos en zoals elke avond vallen we al in slaap nog voordat het helemaal donker is.
Vandaag gereden: 70 kilometer