De wondere wereld van het Zwitserse Wallis

Als er een prijs bestond voor het meest gevarieerde landschap, dan zou het Zwitserse kanton Wallis zeker tot de genomineerden horen. We trekken stroomopwaarts langs de Rhône, en genieten van een  omgeving die steeds balanceert tussen lieflijk en ongenaakbaar. Genieten is hier een intens proces.

Het begint rustig in Le Bouveret aan het meer van Genève. In het Swiss Vapeur Parc nemen de bezoekers plaats op de wagentjes die door talloze schaalmodellen van locomotieven worden getrokken over een parcours met tunnels, bruggen en viaducten. De liefde voor de treintjes spat er van af. Als we na talloze rondjes even willen afkoelen in het meer, zijn we blij dat we de camper op de camping hebben gezet, want dan is de toegang tot het strand voor niks. Betaald moet er wel worden voor het Aquaparc, een topattractie in zijn soort met glijbanen in alle smaken voor groot en klein. En voor wie de fiets heeft thuisgelaten zijn er gratis fietsen bij Wallisrollt (Valaisroule), leuk om bijvoorbeeld (helemaal vlak) op en neer te fietsen naar Montreux langs het Chateaux de Chillon.

 

Onweer
De eerste koele stop na het vaak warme Rhônedal is in Champéry, een paradijs voor mountainbikers. De fiets mag mee in alle kabelbanen en stoeltjesliften van de Portes de Soleil, het gebied dat zich uitstrekt over Zwitserland en Frankrijk. Wij kiezen echter voor de Via Ferrata, een kletterparcours met kabels en ladders, dat volgens onze 77-jarige berggids Hubert zelfs geschikt is voor gezinnen. Helm en kabelzekering zijn te huur bij de sportwinkels in het dorp. Het is pittiger dan we dachten, dus zijn we stiekem niet echt teleurgesteld als Hubert onderaan een loodrechte rotswand besluit vanwege naderend onweer om te keren. We lopen terug naar het dorp via de Galerie Défago, een kunstig in de rotsen uitgehouwen wandelpad waar we enigszins droog blijven van de stortbuien. Om de spieren weer wat tot rust te laten komen biedt het kuurbad in het nabijgelegen Val d’Illiez uitkomst.

 

Orchideeën
Hoewel de kleine camping in Champéry al terecht Grand Paradis heet, gaan we op zoek naar een nog hoger gelegen paradijs. Daarvoor verlaten we in Martigny weer het Rhônedal en rijden naar het romantische Val de Bagnes. De weg is smal, en wordt steeds smaller, maar we denken: de bus komt er ook, dus rijden we vol vertrouwen naar Bonatschiesse, onbewoond en onbereikbaar in de winter maar een paradijs in de natuur in de zomer. Met een hoogte van 1600 meter is het hier altijd lekker fris, en op de kleine camping staat de camper temidden van orchideeën. Er zijn slechts twee stroomaansluitingen beschikbaar, maar dat maakt ons niet uit – de airco hoeft hier echt niet aan, en de tv mag ook uit blijven want er is buiten toch genoeg te zien. Rondom de camping scharrelen de Murmeltieren en de broodjes die we bestellen komen de volgende ochtend met de postbus mee. We spreken een Nederlandse gast die hier al 15 jaar komt en haar hart verpand heeft aan het Val de Bagnes. Ze wijst ons op de turkse lelie en de gele gentiaan. Het is eigenlijk een groot natuurgebied, aan de rand van de camping staan zo’n 700 bijenkastjes. “Om koninginnen te kweken” legt onze gids uit. Thuis heeft ze ook twee bijenkasten. De honing uit het Val de Bagnes is vooral zo goed omdat er nergens pesticiden worden gebuikt. De raclettekaas uit het dal is misschien wel de lekkerste die er bestaat. En, niet verbazend eigenlijk, de kruiden voor de  bekende ricolasnoepjes komen uit deze regio.

IJsbrok
Bijna aan het einde van het Val Ferret zetten we de camper neer op Camping des Glaciers.
Hoog boven ons schittert de Glacier l’A Neuve, waarvan je in de stilte van de nacht soms een ijsbrok kan horen afbreken. We ontmoeten enkele wandelaars die de Tour du Mont Blanc afleggen, La Foully is een etappeplaats. Op de camping zien we Martha (8) lekker in de weer  met haar stenenverzameling. Ze is met haar ouders in een gehuurde buscamper in Zwitserland met vakantie. Moeder is enthousiast over de camping. “Eerst stonden we in Stechelberg in het Berner Oberland, daar was alles zo strak geregeld. Hier heb je de vrijheid,  de mensen zijn zo heerlijk gemoedelijk.” Dat de camping 250 plaatsen heeft, zou je niet zeggen. Er is ook geen duidelijk einde van het terrein, het is gaat als het ware op in het landschap.

Martigny

Martigny

Wie genoeg heeft van het hooggebergte (kan dat?) zet het stadje Martigny op het programma, waar het Romeinse verleden op ontdekking ligt te wachten. Vlak bij het amfitheater staat het culturele centrum van de stichting Pierre Gianadda, gebouwd in 1978 rond de resten van een gallo-romaanse tempel. Het gebouw met een markante architectuur is eigenlijk een drie-in-één-museum en biedt onderdak aan een archeologische collectie, een beroemde beeldentuin en een unieke verzameling historische auto’s. De tuin bevat werken van o.a. Moore, Chagall, Rodin, De Kooning, Renoir-Guino en vele anderen. Ronduit vertederend is het museum van de Sint Bernardshonden, waarvan er ook vele exemplaren zelf aanwezig zijn. Je kunt de honden natuurlijk ook in hun oorspronkelijke habitat opzoeken door een ritje te maken naar de Grote Sint Bernardspas (2469 meter). Er worden door jaarlijks zo’n twintig puppy’s geboren, kopers betalen er tweeduizend euro voor. Je kunt ook met een hond gaan wandelen, maar wel tegen betaling.

 

Koeiengevechten
Rijdend door het Rhônedal kunnen we regelmatig de verleiding niet weerstaan om af te slaan naar één van de vele zijdalen. In kilometers vallen de afstanden erg mee, maar met de camper ben je ook over een route van pakweg dertig kilometer toch gauw een uur onderweg. Bij Sion, de hoofdstad van het kanton, nemen we de afslag naar het Val d’Hérens, en ontmoeten we in Evolène Marius Parmatier (46), boer en timmerman. We brengen een bezoek aan zijn Ehringer koeien bij de Alpage de Chemeulle. Iedereen was hier boer, tot in de jaren vijftig de bouw begon van de Grande Dixence, de enorme stuwdam, een dal verderop. Dat bracht de werkgelegenheid en economische  vooruitgang naar deze streek. nu zijn er nog 46 families die een of meer koeien hebben. Marius zelf heeft er ruim 40, in de zomermaanden zijn ze in collectief beheer bij de Alpage, waar de melk per koe iedere dag wordt gewogen en er direct kaas van wordt gemaakt. Na de zomer krijgt iedere bezitter naar rato van de melkopbrengst kazen uitgekeerd. Een Ehringer koe weegt zo’n 600 kilo en brengt 350 kilo vlees op, wat vrij gunstig is. Populair in de regio zijn de koeiengevechten waarin de Ehringers strijden om het leiderschap van de kudde (la reine – de koningin).

 

MegadamCIMG4641
Die stuwdam Grande Dixence willen we natuurlijk ook wel zien, en om er te komen passeren we bij Euseigne de piramides, een door erosie gevormd natuurverschijnsel waar de weg dwars doorheen loopt. Via het bezoekerscentrum van de Grande Dixence, dat wordt gerund door het elektriciteitsbedrijf dat de dam exploiteert, kan het inwendige van de imposante stuwdam worden bezocht. Met het gestuwde water zorgt de dam voor eenvijfde van de elektriciteit die in Zwitserland met waterkracht wordt opgewekt.

 

Gele gevaar
Bij Sierre takt de weg af naar het Val d’Anniviers. We rijden tot Vissoie en zetten de camper daar op een verder vrij saaie camping, maar omdat we er overnachten krijgen we de Anniviers Card waarmee we verder met de gele postbus het dal in kunnen. Dat doen we tot aan de Barrage de Moiry, waar we een heerlijke wandeling tot de gletsjer maken. We ontmoeten er een Belgisch echtpaar met een camper van bijna negen meter lengte, dat zegt hier alleen ’s nachts te rijden. “Want het is niks gedaan, als gij met dat gele gevaar moet kruisen.”

 

Wellness
Ook voor Leukerbad moeten we weer het Rhônedal verlaten. Op de camping van het dorp zijn de campers in de meerderheid. Het kuren is hier al zo oud als de Romeinen, archeologische vondsten hebben dat uitgewezen. Het goud van Leukerbad is het water dat uit de grond tevoorschijn komt met een temperatuur van 51 graden. Twee grote openbare kuurbaden, maar ook talloze privé-zwembaden bij de hotels, maken de plaats tot een geliefd wellness-oord. Kampeerders kunnen gratis gebruikmaken van de faciliteiten van de Sportarena, zelfs van de elektrische fietsen. Op de koeienwei bij de Torrent spelen we een potje discgolf, vanaf het doorzichtige uitzichtplateau op de Gemmi prikkelen we de evenwichtsorganen.

 

Lauwi-dier
Het laatste zijdal van onze tocht langs de Rhône is het Lötschental, eeuwenlang vrijwel geheel geïsoleerd geweest van de rest van de wereld. Middenin het dal domineert de majestueuze Bietschorn, en het dal wordt afgesloten door de Lötschenlücke, de doorgang naar de Berner Alpen. De eenvoudige hooggebergtecamping in Fafleralp (geen stroom) ligt op 1788 meter aan het einde van de bewoonde wereld.  In Wiler bezoeken we de Maskenkeller van Ernst Rieder. Hij maakt samen met zijn moeder de houten maskers (Tschäggätä), die hier hun oorsprong vinden. De maskers worden gedragen door jongens uit het dal, die gekleed in een schapevel op de jaarlijkse vastenavond (meestal eind februari) door de dorpen rennen om zo de geesten (én de meisjes) te laten schrikken en de winter het dal uit te jagen. De bevolking kent inderdaad nog een aantal boze geesten, zoals de Wilde Man, de Zwarte Bok en het levensgevaarlijke Lauwi-dier. Aan deze laatste worden de lawines toegeschreven.

Nederlandstalige toeristische informatie: www.wallisgids.nl

 

Gratis fietsen: http://www.wallisrollt.ch/

 

Overnachtingen:
Camping Rive-Bleu, Le Bouveret, sitecode 26007 op Campercontact.nl
Camping Grand Paradis, Champéry, http://www.campings.ch/ > lijst > grand paradis
Camping Forèt des Mélèzes, Bonatschiesse, http://www.bonatchiesse.ch/ > campingbaas
Camping des Glaciers, La Fouly, www.camping-glaciers.ch
Camping Les Neuvilles, Martigny, www.tcs.ch > reisen & camping > campingplätze
Camping Mollignon, Les Haudères (Val d’Hérens), sitecode 9548 op Campercontact.nl
Camping Sportarena, Leukerbad, http://www.leukerbad.ch/ > accommodatie > campings
Camping Fafleralp (Lötschental), http://www.dieloetschentaler.ch/ > camping fafleralp

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *