If Scotland was a biscuit

Pal aan het meer, in Drumnadrochit, ligt het Loch Ness Centre & Exhibition, of, zoals in het Nederlandstalige A4’tje (‘een gids voor onze Nederlandstalige bezoekers’) staat: het Loch Ness Expositiecentrum. Zouden hier al onze monstervragen beantwoord worden?

We vinden het leuk gedaan. Je wordt aansluitende kamers doorgeleid met audiovisuele presentaties over het meer en het monster, beginnend bij zo ongeveer de big bang. En nee, dat is niet saai, want de geologische geschiedenis is van belang om het ontstaan van het meer te begrijpen. De aanwezigheid van een eventueel monster is door de jaren heen verbazend serieus genomen, en er zijn talloze grote en kleine expedities georganiseerd en onderzoeken gedaan om voor eens en altijd duidelijkheid te krijgen.

Vanuit wetenschappelijk oogpunt is de aanwezigheid van een monster hoogst onwaarschijnlijk. Een van de vele tegenargumenten is dat het koude meer, hoewel groot, toch niet voldoende voedselrijkdom biedt om een populatie grote dieren in leven te houden. En alle getuigenissen van mensen die het monster hebben gezien ( zo’n duizend) worden ofwel in twijfel getrokken ofwel onderuit gehaald.

Als Schotland een koekje was…

We rijden langs Loch Ness zuidwaarts, en arriveren in het dorpje Fort Augustus waar we bepaald niet de enige bezoekers zijn. We proppen de camper op de grote parkeerplaats en bekijken de sluizen die volop in werking zijn.

Als je op de kaart kijkt zie je dat het langgerekte Loch Ness niet het enige lange en smalle meer is. Er is een lijn van het noordoosten naar het zuidwesten van meren die de Great Glen Fault volgen, een grote geologische breuk. Aan het eind van de achttiende eeuw bedacht James Watt – ja, die van de stoommachine en de watt als elektrisch vermogen – dat het handig zou zijn om de Schotse kusten via een kanaal met elkaar te verbinden en dan de meren ook te gebruiken. Het graven van het Caledonische Kanaal duurde van 1803 tot 1822, het viel een beetje tegen.

Het Caledonian Canal is 107 km lang, waarvan 72 km door de meren gaat. Er zijn in totaal 29 schutsluizen die een verval van 32 m moeten opvangen. Tegenwoordig wordt de route voornamelijk door pleziervaart gebruikt, zoals we hier in Fort Augustus meteen al zien.

De sluizentrap telt acht sluizen (locks) waarover je (mits ze dicht zijn natuurlijk) het kanaal lopend kunt oversteken. Er is een rijtje winkeltjes en eettentjes en we kopen een take away lunch; Martijn een pie bij een bakkertje en ik een bacon roll bij de slager. Ik krijg precies wat ik bestel: een broodje met gebakken bacon. Geen slablaadjes, geen tomaatschijfjes. “Die zijn voor andere broodjes”, zegt de slager doodserieus.

Skiën in de Highlands

De route langs het kanaal naar het zuiden richting Fort William is schitterend. Zeker omdat we ook vandaag weer kunnen genieten van het Schotse vier-seizoenen-in-één-dag-weer.

Vlak voor Fort William slaan we linksaf richting oosten, naar de Nevis Range Mountain Experience. Hier wordt in de winter geskied. We nemen de gondellift die 500 m omhooggaat op de helling van de Aonach Mor naar een hoogte van 650 m.

650 m, en dan zit je ruim boven de boomgrens! Vinden we grappig, in Zwitserland schommelt de boomgrens rond de 1800 m. Maar dat ligt natuurlijk een heel stuk zuidelijker. Geskied wordt er nu vanzelfsprekend niet, maar wel gewandeld en gefietst – er is een zeer uitdagend downhill parcours. 

Fort William

In Fort William parkeren we de camper langs het water op een betaalde parking, en racen dan snel het stadje in, want het eerste half uur is gratis en daar willen we het bij houden. De High Street is een drukke winkelstraat met veel toeristenwinkeltjes en ook gevarieerde horeca. 

De tweede sluizentrap van vandaag heet Neptune’s Staircase, een groot complex van acht sluizen die een hoogteverschil van 19,5 m overbruggen.

Op de camping, Linnhe Lochside Holidays, krijgen we ondanks de drukte vanwege een Franse campergroepsreis een mooi plekje toegewezen. (Maar belangrijker is dat we de camper kunnen servicen, want na twee nachten Britstops zijn we daar wel aan toe. Schotland kent nauwelijks losse serviceplekken.)

Vandaag gereden: 109 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *