Engelandreis 12 – Op stap met de NKC-groep

Marazion – Tregony, ca. 70 km

We hebben nog tijd voor we samen met de NKC-groep naar St. Michaels Mount gaan en maken een zonnig fietstochtje naar Marazion om het dorpje te verkennen. Het is nog rustig, de winkels gaan om een uur of negen open, en ik koop een knus tasje uit de souvenirhoek in de farmacy, dat door de apotheker zelf wordt afgerekend.

Tijdens de wandeling naar de bootjes voor de overtocht praat ik met Wahau Chin, die samen met zijn vrouw en hond deze trip maakt. Hij vertelt dat het hun derde NKC-groepsreis is. Ze hebben hun camper nu een jaar of vijf, maar zijn vrouw is wat slecht ter been en na deze reis houden ze ermee op. Hun oorspronkelijke plan was de camper twee jaar te houden, dus al met al zijn ze heel tevreden. Overwegingen voor een groepsreis zijn vooral de gezelligheid en ook is het handig dat de route en de bezienswaardigheden voor je zijn uitgezocht. Van oorsprong zijn ze tentkampeerders, en ze maakten altijd makkelijk contact met medekampeerders. Maar wat blijkt: camperaars zijn heel erg op zichzelf. “Als ik op een camperplek mensen uitnodig om een glaasje wijn met ons te drinken kijken ze me negen van de tien keer bepaald angstig aan.” Met zo’n reis weet je zeker dat de anderen wél in zijn voor contact. Bovendien is het praktisch met de hond, vaak zijn er meer mensen met honden, en dan kun je beurtelings op elkaars hond passen als ze niet mee mogen naar bepaalde attracties.

En nog een reden: in Polen hadden ze minder prettige ervaringen met verschillende campings. De bar gaat dan om 12 uur ’s middags open, waarna van alle kanten mannen uit de buurt naar de camping komen om zich tot diep in de nacht te laten vollopen. “Ze doen geen kwaad, maar het maakt een hoop lawaai en je voelt je toch wat unheimisch.” Vandaar dat hun eerste groepsreis naar Polen ging, met de zekerheid dat de campings in orde waren.

Omdat het hoog water is kunnen we niet naar het eilandje lopen maar dat is geen punt, er is een hele vloot aan bootjes die af en aan varen met passagiers; kost 2 pond per persoon, met 12 man in een bootje. De overtocht duurt een minuut of vijf. De deelnemers hebben een beetje een schoolreisjesgevoel tijdens deze eerste gezamenlijke excursie. Sommige gaan zelfs zingen…  We are sailing, klinkt het uitgelaten.

St. Michaels Mount is een getijdeneiland: bij laag water kun je over een met keien geplaveide dam naar het eiland lopen, met hoog water moet je varen. Het eiland met kasteel doet denken aan Mont St. Michel bij de Normandische kust, en dat klopt, de twee worden zustereilanden genoemd. Na de Normandische verovering van 1066 kwam het eiland in handen van de monniken van Mont St. Michel, en zij bouwden de kerk en priorij die vandaag de dag nog steeds in het hart van het kasteel staan. Vanaf het eind van de twaalfde eeuw werd er gestaag aan het kasteel gebouwd en in 1659 kocht Colonel St. Aubyn het eiland; zijn afstammelingen leven er nu nog steeds. Begin negentiende eeuw beleefde St. Michaels Mount zijn hoogtijdagen, in 1811 woonden er meer dan 300 mensen, en waren er 53 huizen, 4 straten, 3 scholen en 3 cafés. Tegenwoordig wonen er nog 30 eilanders, afgezien van de familie St. Aubyn. In 1954 heeft de familie het eiland geschonken aan de National Trust, met als voorwaarde dat de familie nog 999 jaar in het kasteel mag wonen.

Het kasteel en de tuinen bekijkt ieder voor zich. Reisbegeleider Bert moet lachen als een van de deelnemers half grappend, half serieus vraagt of hij geen rondleiding geeft. Nee hoor, een groep van meer dan dertig man rondleiden, daar begint hij niet aan. Maar hij zorgt wel dat iedereen folders heeft en geeft onvermoeibaar antwoord op alle vragen. Het is schitterend weer en iedereen zwermt uit om het kasteel en de indrukwekkende tuinen te bekijken. Ik vind het heel leuk om een attractie te bezoeken en dan de hele tijd bekende gezichten te zien. Een van de NT-vrijwilligers vertelt dat de familie St. Aubyn vier verdiepingen bewoont aan de zuidkant van het kasteel. In fact, zegt hij, ze zijn er vandaag, hij heeft ze vanmorgen een rondje over het eiland zien maken. Grappig lijkt me dat, om je als bewoner incognito onder de bezoekers te begeven. Op zaterdag is het eiland gesloten voor bezoek, dan kunnen ze eindelijk op ligstoelen van hun eigen, maar lekker door de NT onderhouden tuin genieten, fantaseren we.

Iedereen gaat zelf weer terug en kan de middag naar eigen keuze besteden. Wij nemen afscheid van Bert en Elly en nagezwaaid door een aantal nieuwbakken bekenden vertrekken we weer. We rijden via Helston (boodschappen Sainsbury’s) over de A394 richting Trelissick Gardens (NT), maar we zijn best gaar en hebben genoeg tuin gehad vandaag, dus die slaan we over. We gaan meteen door naar de King Harry veerpont (6 pond) over de River Fal.

Ons doel vandaag is Brit Stop Humfreys Farm Shop bij Barwick Farm, aan de B3287 ten noorden van Tregony. Barbara Michell neemt de honneurs waar in de boerderijwinkel (waar we voor 16 pond boodschappen doen), en haar man Nick zien we de berm maaien als we de 500 meter doorrijden naar de camperplek. Nick loopt voor ons uit en helpt ons installeren. Hij vertelt over zijn farm, waar de winkel de koopwaar vandaan haalt (wijzend over de heuvels: daar is een farm, en daar, en daar). De bacon en sausages zijn van het eigen varken, de groente komt grotendeels uit eigen moestuin, de aardbeien van een buurman, en zo maar door. Hij kent de omgeving op zijn duimpje: we kunnen gewoon uitstapjes maken en weer terugkomen hoor. Maar ja, onze boot naar het vasteland gaat al over vier dagen. Er komen hier best veel Duitsers, meldt hij ook nog even, aangetrokken door de boeken van schrijfster Rosamunde Pilcher, die hier in de buurt schijnt te wonen. Ja, ze leeft nog. Dat vind ik nou leuk, want ik ben een groot fan van haar. Later zoek ik het op, en Rosamunde, geboren in 1924 in Cornwall, leeft inderdaad nog, maar ze woont in Schotland. Veel van haar boeken spelen in Cornwall, en in Duitsland zijn er wel meer dan honderd tv-films gemaakt, gebaseerd op haar boeken. Ze zijn op locatie gefilmd, maar met Duitse acteurs. Ik heb wel eens zo’n film gezien op tv en vond het bijzonder vervreemdend, die Duitstalige personages in een Engelse omgeving. Maar veel Duitsers zijn er dol op en komen hier een kijkje nemen, German Pilcher pilgrims worden ze genoemd.

Voorzieningen Humfreys Farm Shop, Barwick Farm, Tregony

Er is een ruim grasveld voor de campers, met schitterend uitzicht over de omliggende heuvels. Er is elektriciteit, afvalwater mag je laten lopen op je plek, vers water kun je tappen uit een in een elkaar geknutselde slangconstructie. Legionella? schiet door ons heen, maar we wagen het erop: de slangen zien er gloednieuw uit en we laten voor de zekerheid het water vooraf heel lang doorstromen. We zijn niet ziek geworden. De wc kun je niet legen en er is ook geen wifi.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *