Oorlog tussen Canada en Denemarken

De oude postboot Vesta, ‘postbåden’, met kapitein Otto aan het roer, gaat ons in vierenhalf uur rondvaren in het Nakskov Fjord (een baai zouden wij het noemen, maar we zijn in Scandinavië, dus heet het fjord). Hij pikt ons iets na negenen op vlakbij de camping (de camper mag er blijven staan, aardig is dat) en we zoeken ons plekje tussen de andere passagiers en de vracht.

Die vracht is voor een eilandje in het fjord, waar een zomerkamp wordt gehouden. In een van de kratten ligt een grote doos, een cadeautje voor een jarige. Die doos is per post verstuurd, dus de boot is nu officieel een postboot, en mag de officiële postvlag voeren.

Kapitein Otto is een smakelijk verteller en de Deense opvarenden hangen aan zijn lippen. Gelukkig spreekt hij ook goed Engels, alleen lachen de Denen heel veel, dus zijn grapjes bewaart hij blijkbaar voor hen.

Op het eilandje Enehøje heeft in de jaren dertig de poolonderzoeker en antropoloog Peter Freuchen gewoond, een standbeeld in dutjespose bij een kunstwerk van walviskaken op het hoogste punt (16 m) herinnert aan hem. Hij was de eerste die Noord-Groenland in kaart heeft gebracht, waaronder het eilandje Hansen Eiland.

Nog steeds maakt Denemarken aanspraak op dat eilandje, terwijl Canada, in wiens territoriale wateren het ligt, natuurlijk vindt dat het Canadees is. Ongeveer eens in de twee jaar plaatst de marine van Denemarken een vlag op het eiland, en legt er een fles whisky naast. Die vlag waait natuurlijk weg, maar de fles whisky wordt door de Canadese marine met smaak leeggedronken als het tijd is om een Canadese vlag en fles te plaatsen. Dat schijnt al een jarenlange oorlogstraditie te zijn, vertelt kapitein Otto. Eens zullen ze het laten voorkomen in Den Haag, en dan is het eiland definitief van Denemarken, zo verwacht hij.

De opvarenden mogen hun meegebrachte lunch eten op een landtong waar kapitein Otto zijn vakantiehuisje heeft. Kunnen we allemaal ook even naar zijn wc. Martijn en ik mogen met hem mee naar binnen, en we bewonderen zijn Scandinavisch minimalistische inrichting. Otto verhuurt zijn huisje vaak, maar vooral in de winter gaat hij er zelf graag heen als hij even stilte en rust wil. We komen te praten over hygge, de Deense gezelligheid. Dit huisje is hyggelig, vindt Otto. En in zijn camper – hij blijkt ook een camperaar – branden zijn vrouw en hij altijd een kaarsje. Zonder kaarsen kan hij niet leven. Maar de Nederlanders zijn toch ook van de gezelligheid? Ja, zeker. Nou, weet hij, de Engelsen niet. Hij is vroeger leraar geweest en ging wel eens op uitwisselingsschoolreis naar Engeland en kwam dan bij collega’s thuis. Hij rilt ervan. “Geen wonder dat Engelsen altijd maar in de pub zitten.”

In Harpelunde is Frederiksdal Gods gevestigd, een bijzonder wijngoed waar niet van druiven, maar van kersen wijn wordt gemaakt. Geen veredeld kersensap, nee, echte wijn. De Stevnbær-kers wordt volgens de regelen der kunst verwerkt tot verschillende soorten wijn, waarbij voor de rijping gebruik wordt gemaakt van grote roestvrijstalen vaten, eikenhouten tonnen en grote glazen flessen.

Medewerkster Anne-Grethe wil ons graag laten proeven, maar we moeten nog een flink stuk rijden vandaag, dus daar zien we maar van af. Ze geeft ons een paar kleine flesjes mee, dan moeten we het maar op een rustig moment proberen, zegt ze. Zodra we dat rustige moment hebben gehad, zullen we hier een naschrift schrijven.

Om 15.00 uur checken we in voor de veerboot van Tårs naar Spodsbjerg. De overtocht duurt nog geen drie kwartier en ook hier snellen mensen naar het restaurantje om vlug volgeladen borden eten weg te werken. Vooral vrachtwagenchauffeurs proberen zodoende hun tijd nuttig te besteden.

Onderweg naar Faaborg bezoeken we een intrigerende molen met piepkleine wieken. De originele grote wieken zijn er ooit in een storm afgewaaid. Er wordt wat bric-à-brac verkocht, en ook handwerkjes en kunstnijverheid.

Als we ons installeren op Camping Faaborg, adviseert eigenaar Torben om terug te fietsen naar de haven van Faaborg, want de grote zeilschepen die deelnemen aan de Ronde van Funen (Fyn Rundt) zijn er vanavond aangemeerd.

We zijn best moe, de camping ziet er fijn uit, met een prachtige ligging, ruime plaatsen en goed sanitair, maar we stappen toch maar op de fiets – die drie kilometer v.v. kunnen er ook nog wel bij.

En ja, het is de moeite waard. Faaborg is een mooi plaatsje, met veel stokrozen, en de schepen zijn fantastisch.

Vandaag gereden: 75 km

Naschrift wijnproeven

In augustus maken we thuis in verschillende sessies de kleine flesjes kersenwijn soldaat. Ze zijn heel erg lekker – hadden we dat geweten, dan hadden we nog wat flessen gekocht. Vooral de dessertwijn, die fruitig, vol en zoet is, valt erg in de smaak.

Poserende flesjes kersenwijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *