Pal langs de kust naar Brisbane

We vinden het alledrie jammer om uit Noosa Heads te vertrekken. Het is een gezellige badplaats met een toegankelijke hippe vibe en overweldigend prachtige natuur waar we nog maar een fractie van hebben gezien. De camping is ook erg prettig: veel groen, goede plekken, uitgebreide voorzieningen en een eigen strandje aan de rivier waar je de hele dag zoet kunt zijn.

We nemen allerlei kleine weggetjes langs de kust, zodat we drone-opnamen kunnen maken. Dat is nog niet zo makkelijk: je moet een mooie plek zoeken, er zijn allemaal (logische) regels waaraan je met voldoen en bij vliegvelden (en die zijn er in Australië verrassend veel) mag je niet in de buurt komen – de drone blokkeert dan zelfs. Bovendien, zoals Maarten kort zegt: “Ik wil niet die persoon zijn.” Wat een beetje als een anglicisme klinkt, maar inderdaad, je wilt niet de persoon zijn die anderen hindert met een snerpende en invasieve drone.

Op zoek naar een mooi camerastandpunt

Een jogger die Maarten bezig ziet met zijn telefoon meldt hem vriendelijk dat hier geen bereik is, maar een paar kilometer verderop wel. Maar voor de bediening van de drone heb je gelukkig geen bereik nodig.

In Coolum blijkt de zee van bovenaf gezien werkelijk spectaculair:

Zoek de camper!

Ook vanaf het reguliere uitzichtpunt is Coolum Beach erg mooi. Alleen alle gedenkplaatjes die aangeven dat dit een veelgebruikte plek is voor zelfdodingen maken de schoonheid wel wat wrang.

Surfers in de verte en gedenkplaatjes dichtbij

Voordat we via het binnenland koers zetten naar Brisbane doen we nog boodschappen bij een Woolworth. Daar worden we getriggerd door de worsten van Hans. Is dit een nep-Nederlands merk? Nee, Hans is een Australisch bedrijf, in 1960 opgericht door de van oorspong Nederlandse slager Hans van der Drift. Hans wilde authentieke Europese smaken naar Australië brengen. Vandaar de Kookwurst en de Liverwurst.

Op weg naar Nationaal Park Glass House Mountains komen we in Woombye langs een dierentuin, Wildlife HQ Zoo, met als landmark een grote ananas. Voor de dieren hebben we geen tijd, maar die ananas – die in deze streek volop groeien – vinden we dan wel weer geestig.

The Big Pineapple

Toen ontdekkingsreiziger James Cook in mei 1770 grote losstaande pieken in het landschap zag, vond hij ze op de glasovens lijken die in zijn thuisstreek (Yorkshire, Engeland) sinds een jaar of dertig de glasmakerij naar een industrieel niveau tilden. Dus noemde hij ze Glass House Mountains. Het is even wennen aan zo’n random naam, maar oké. Gelukkig hebben de afzonderlijke bergen wel hun Aboriginal naam gehouden: Beerwah, Tibrogargan, Coonowrin, Tunbubudula, Beerburrum, Ngungun, Tibberoowuccum and Coochin. De pieken zijn van vulkanische oorsprong maar 25 – 27 miljoen jaar erosie hebben de zachtere steen doen verdwijnen zodat alleen de harde kern is overgebleven.

Glass House Mountains met uitzichtpunt Beerburrum

Wat het beeld van dit landschap extra authentiek Australisch maakt, zijn de bushbranden.

In Brisbane installeren we ons op Newmarket Garden Caravan Park. Een vrij saaie en dure camping, maar hé, wel in de stad. En het sanitair is op zijn Australisch verzorgd en schoon.

We nemen een uber naar het centrum, dat is met zijn drieën een stuk goedkoper dan de bus, en laten ons afzetten bij de Brisbane River waar we een gratis vaartochtje maken met de Cityhopper.

We stappen uit in de CBD (Central Business District) en sjouwen door de stad tot het donker wordt.

Op enkele kruispunten heeft Brisbane ‘new scramble crossings’ ingevoerd. Alle voetgangerslichten gaan tegelijk op groen, zodat iedereen de kortste weg kan nemen. Heel efficiënt.

Als de zon onder is eten we een hapje op een terras in het zakendistrict. Op maandag en dinsdag zijn er in de grote steden vaak aantrekkelijke aanbiedingen in restaurants om de rustige dagen wat drukker te maken. We bestellen steak met friet en sla voor 12,95 dollar (8,42 euro) en het bier is voor de halve prijs vanwege happy hour. Zo is Australië opeens niet zo duur meer.

Dan moeten we splitsen. Maarten gaat met de trein naar het vliegveld waarvandaan hij weer naar Sydney vliegt, en Martijn en ik pakken een uber terug naar de camping.

Vandaag gereden: 169 km

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *